Calciumcarbonaat
Calciumcarbonaat | |||
---|---|---|---|
|
|||
Structuur |
|||
|
|||
Molecuulformule | CaCO3 | ||
Smiles | |||
IUPAC | |||
Andere namen | kalksteen, aragoniet, calciet, aeromatt, akadama, albacar, albafil, albaglos, atomite, AX 363, BF 200, brilliant 15, brilliant 1500, britomya, calcene, calcicoll, calcidar 40, calcilit, calmos, calmote, calofil, calofort, calopake, calseeds, caltec, carbium, durkal | ||
CAS-nummer | 471-34-1 | ||
EINECS-nummer | 207-439-9 | ||
EG-nummer | |||
VN-nummer | |||
Beschrijving | wit poeder | ||
Vergelijkbaar met | calciumbicarbonaat, calciumoxide, gips, natriumbicarbonaat, natriumcarbonaat | ||
|
|||
Carcinogeen | |||
Hygroscopisch | |||
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: R37, R38, R41 |
||
Omgang | |||
Opslag | |||
ADR-klasse | |||
MAC-waarde | |||
LD50 (ratten) | 6450 mg/kg | ||
LD50 (konijnen) | mg/kg | ||
MSDS-fiches | |||
|
|||
Aggregatietoestand | vast | ||
Kleur | wit | ||
Dichtheid | 2,93 g/cm³ | ||
Molmassa | 100,1 g/mol | ||
Smeltpunt | (ontleedt bij 899°C) 1339 °C | ||
Kookpunt | °C | ||
Vlampunt | °C | ||
Zelfontbrandingstemperatuur | °C | ||
Dampdruk | Pa | ||
|
|||
Oplosbaarheid in water | g/L | ||
Goed oplosbaar in | |||
Slecht oplosbaar in | |||
Onoplosbaar in | water | ||
Dipoolmoment | D | ||
Viscositeit | Pa·S |
|
|
Kristalstructuur | tetrahedraal | ||
ΔfG |
kJ/mol | ||
ΔfG |
kJ/mol | ||
ΔfG |
kJ/mol | ||
ΔfH |
kJ/mol | ||
ΔfH |
kJ/mol | ||
ΔfH |
kJ/mol | ||
S |
J/mol·K | ||
S |
J/mol·K | ||
S |
J/mol·K | ||
C |
J/mol·K | ||
Evenwichtsconstanten | |||
Klassieke analyse | |||
Spectra | |||
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
Calciumcarbonaat (chemische formule: CaCO3) is het koolzure zout van calcium.
Inhoud |
[bewerk] Voorkomen
Het komt in de natuur zeer verbreid voor als het mineraal calciet, het sedimentaire gesteente kalksteen en in metamorfe vorm hiervan als marmer. De schaal van eieren van vogels en de schelp van slakken en schelpdieren bestaat grotendeels uit calciumcarbonaat. Het is ook een versterkend mineraal in de schalen van kreeften, andere schaaldieren en veel insecten. Chemisch gezien zijn de natuurlijke voorkomens verontreinigd met allerlei andere stoffen.
In het huishouden kent men calciumcarbonaat als ketelsteen.
[bewerk] Eigenschappen
Calciumcarbonaat is een zout en dus een polaire stof. In zuivere toestand is het een witte vaste stof, die slecht oplosbaar is in water. In zuren is de stof wel oplosbaar.
Het lage ontledingspunt (899oC) in vergelijking met het smeltpunt (1339oC) heeft te maken met het feit dat bij de ontledingstemperatuur de evenwichtsdruk van CO2 boven CaCO3 standaarddruk bereikt. De verbinding wordt dan omgezet in calciumoxide, (CaO). Door te zorgen dat het gasvormige kooldioxide niet kan ontsnappen kan het smeltpunt van calciumcarbonaat bereikt worden.
[bewerk] Gebruik
[bewerk] bouwmateriaal
Calciumcarbonaat wordt veel als bouwmateriaal gebruikt. Zowel als structureel element als om de bij sommige soorten kalksteen en marmer hoge decoratieve waarde. Kalksteen bevat vaak goed herkenbare fossielen (de kalk in kalksteen is afkomstig van de schalen van grote of kleine schelpdieren).
[bewerk] Landbouw
In de landbouw wordt calciumcarbonaat onder de naam kalk gebruikt als bodemverbeteraar. De kalk neutraliseert de aanwezige zuren in de bodem en verhoogt zo de pH. Meestal wordt koolzure magnesiakalk (Dolokal) of schuimaarde (Betacal) gebruikt. Dolokal bevat zo'n 80% kalk (CaCO3) en 10% magnesiumcarbonaat (MgCO3); Dolomiet respektievelijk 60% en 8%.
[bewerk] Scheikunde
Wordt kalksteen in een zuur gebracht, zoals azijn of zoutzuur, dan ontleedt het snel onder ontwikkeling van koolzuurgas, CO2. Hieraan is het gemakkelijk te herkennen, al treedt de reactie op bij alle carbonaten. Omdat calciumcarbonaat makkelijk in zuiver vorm te verkrijgen is wordt het als oertiterstof gebruikt.
Het ionrooster van calciumcarbonaat heet kubisch vlakgecentreerd.