Brusselse metro
Lijnen van de Brusselse metro |
|
Metrolijn 1A | |
Metrolijn 1B | |
Metrolijn 2 | |
Zie ook: | |
Brusselse premetro |
De Brusselse metro vormt de ruggengraat van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Sinds de opening in 1976 is het net uitgegroeid tot een lengte van 37,5 kilometer, verdeeld over drie lijnen waaraan in totaal 59 stations liggen. Op vier stations kan tussen de lijnen worden overgestapt. Met een gemiddelde stationsafstand van een kleine 650 meter is het net redelijk fijnmazig.
De metro wordt, evenals de stadsbussen en trams, geëxploiteerd door de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB). De huidige lijnen zijn ontstaan als tramtunnels (premetro), die al met het oog op ombouw tot volwaardige metrolijnen gebouwd werden. Aanvullend op het metronet bestaan er nog altijd twee premetrolijnen in de stad (zie Brusselse premetro).
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Reeds in 1892 ontstonden, in navolging van de projecten in Londen en Parijs, de eerste metroplannen voor Brussel. Gedurende de eerste helft van de 20e eeuw werden diverse netten ontworpen, die echter van de bevolking noch van het stadsbestuur steun kregen.
[bewerk] De premetro
Na de Tweede Wereldoorlog gingen er stemmen op de tramlijnen ondergronds te brengen en de straten van de stad te reserveren voor het aldoor groeiende autoverkeer. De snelheid van de trams ging door verkeersopstoppingen steeds verder omlaag, waardoor er werd besloten waar mogelijk vrije trambanen aan te leggen en de lijnen in het centrum door tunnels te laten lopen.
In 1957 werd de eerste tunnel geopend nabij het overbelaste Grondwetplein, tussen het Zuidstation en het huidige station Lemonnier. De tunnel werd tegelijk aangelegd met diverse andere werken die i.v.m. met de wereldtentoonstelling van 1958 uitgevoerd werden. De Grondwettunnel is nog altijd in gebruik als onderdeel van de noord-zuidas van de premetro.
In 1963 zette de Belgische regering werkgroepen op om de verkeersproblemen van de vijf grootste steden van België (Brussel, Antwerpen, Luik, Gent en Charleroi) aan te pakken. Er werd geld vrijgemaakt voor projecten, waarbij 50% van het budget bestemd was voor Brussel, 25% voor de Vlaamse en 25% voor de Waalse steden. Genoeg geld om op korte termijn volwaardige metrolijnen aan te leggen was er echter niet. Bovendien had de MIVB een aantal jaar daarvoor nieuw trammaterieel aangeschaft om de verwachte toevloed van reizigers naar Expo 58 het hoofd te bieden. Men besloot daarom trams te laten rijden door de tunnels, die evenwel op zodanige schaal werden gebouwd, dat het mogelijk was ze later als echte metrolijnen te exploiteren. Dit concept werd premetro genoemd.
De eerste lijn werd geopend op 20 december 1969 tussen het De Brouckèreplein in het centrum van de stad en station Schuman in de Europawijk. Een jaar later kwam onder de kleine ring, tussen Madou en de Naamsepoort, een tweede premetrotunnel in gebruik.
[bewerk] De metroplannen van 1969
In het jaar dat de eerste premetrotunnel in dienst werd genomen, verscheen een ambitieus plan dat voorzag in de bouw van vijf volwaardige metrolijnen, die in het eerste stadium als premetrolijnen geëxploiteerd zouden worden en binnen 30 jaar gereed moesten zijn.
De volgende tracés werden voorgesteld:
- Lijn 1: Een oost-westlijn die zich in het oosten in twee takken splitst. Aan de westzijde zou de lijn onder de Gentsesteenweg lopen tot aan de Brusselse Ringweg. Het centrale en oostelijke deel zijn daadwerkelijk aangelegd en in station Ossegem bevindt zich een extra niveau voor deze lijn, dat echter niet gebruikt wordt.
- Lijn 2: Een halve ringlijn rond het oosten van stadscentrum, die in het noordwesten naar de Heizel zou lopen (nu lijn 1A) en in het zuidwesten naar Anderlecht (nu gedeeltelijk lijn 1B). In station Sint-Guido is een extra niveau aanwezig voor deze lijn. Het geplande tracé tussen Simonis en het Zuidstation is daadwerkelijk aangelegd en in gebruik.
- Lijn 3: Een noord-zuidlijn dwars door het centrum, die in het zuiden naar Ukkel zou voeren en in het noorden via Schaarbeek naar station Bordet in de gemeente Evere. Het centrale deel tussen het Noordstation en Albert is nu in gebruik als premetro.
- Lijn 4: Een korte lijn van het zuiden van Elsene naar het stadscentrum. In een aantal oorspronkelijk als overstappunt gedachte stations is een extra niveau voor deze lijn aanwezig.
- Lijn 5: De zogenaamde "Grote ring" van het Noord- naar het Zuidstation via het oosten van de stad. Een klein deel van deze lijn is daadwerkelijk gebouwd en wordt tussen Diamant en Boileau als premetro geëxploiteerd.
Nog voordat de eerste echte metrolijnen geopend werden, verscheen er een nieuw plan, dat in een groot aantal wijzigingen voorzag.
[bewerk] De metroplannen van 1975
Het tweede plan presenteerde een nog ambitieuzer netwerk, waarbij de geplande lijnen tot buiten de stadsgrenzen zouden lopen, naar randgemeentes als Wemmel, Tervuren, Dilbeek en Linkebeek en naar de luchthaven. Ook in dit plan ging men uit van een premetrostadium; vanaf het midden van de jaren 1980 zouden alle lijnen de metrostatus verkregen hebben, waarna ze verder uitgebreid konden worden.
Het plan van 1975 introduceerde de huidige lijn 1, die zich ook in het westen in twee takken splitst. In aanvulling op het metronet was een lightrail-netwerk gedacht om enkele dunner bevolkte gebieden te bedienen en reizigers van en naar de metrostations te vervoeren. Een ander belangrijk onderdeel van het plan bestond uit de aanleg van P&R-terreinen aan de rand van de stad t.b.v. forenzen. De buitentrajecten werden grotendeels bij benadering aangegeven, zodat de exacte routes later bepaald konden worden in overeenstemming met de ontwikkeling van het stedelijk gebied.
Rond het jaar 2000 had het net compleet moeten zijn, maar het rapport maakt er gewag van dat het tijdsschema sterk afhankelijk is van de financiële mogelijkheden. Uiteindelijk zouden voornamelijk juist de financiën ervoor zorgen dat het project te ambitieus bleek.
[bewerk] Opening en ontwikkeling van de metro
Op 20 september 1976 opende de eerste echte metrolijn (lijn 1A/B) na ombouw en uitbreiding van de premetrotunnel op de oost-westas. De lijn begon onder het centrale De Brouckèreplein en splitste bij station Merode in een tak naar Tomberg en naar Demey. Al een jaar later werden aan beide uiteinden van de lijn korte uitbreidingen in gebruik genomen en in de jaren 1980 kwam de lijn vrijwel gereed. De exacte chronologie van de openstelling is beschreven in de artikelen over de lijnen:
De tweede metrolijn ontstond uit de premetrotunnel onder de kleine ring. Op 2 oktober 1988 werd lijn 2 geopend tussen Simonis en het Zuidstation. De lijn werd op 18 juni 1993 verlengd naar Clemenceau en op 4 september 2006 werd het huidige eindpunt Delacroix bereikt.
[bewerk] Lijnen
- 1A: Koning Boudewijn/Roi Baudouin – Herrmann-Debroux
- 1B: Erasmus/Erasme – Stokkel/Stockel
- 2: Simonis – Delacroix
Het traject Beekkant – Merode wordt gemeenschappelijk door de lijnen 1A en 1B bereden.
[bewerk] Stations
Er zijn 59 metrostations, waarvan het overgrote deel ondergronds ligt. Veel stations hebben zowel een Nederlandse als een Franse naam; uiteraard geldt dit niet voor naar personen genoemde stations. De toevoeging "straat", "plein" etc. wordt in de stationsnamen weggelaten. Vrijwel elk station bevat een of meerdere kunstwerken van bekende en minder bekende kunstenaars uit België en het buitenland. De architectuur van de stations is, enkele uitzonderingen daargelaten, redelijk standaard, wel zijn er op veel plaatsen dure bouwmaterialen als marmer gebruikt.
De stations Zuidstation en Rogier, beide aan lijn 2, beschikken over zowel zijperrons als een eilandperron, zodat reizigers aan beide kanten kunnen in- en uitstappen (de "Spaanse methode"). Alle stations zijn uitgerust met roltrappen; nieuwere en enkele verbouwde stations beschikken tevens over liften. Station Maalbeek kreeg als primeur een deels verhoogd perron om een gelijke instap voor rolstoelgebruikers te creëren; de vloer van de treinen is namelijk iets hoger dan de perrons.
[bewerk] Kaart van het net
[bewerk] Materieel
Het wagenpark bestond oorspronkelijk uit 90 rijtuigen van elk 18 meter lang, geleverd door BN (nu onderdeel van Bombardier Transportation). Deze rijtuigen hebben één bestuurderscabine, waardoor ze vast per twee gekoppeld rijden, zonder overgangsmogelijkheid tussen beide; dit type wordt aangeduid als U2. Aan beide zijden telt een rijtuig vier deuren, de maximumsnelheid is 70 km/u. Vanwege de uitbreiding van het net kwamen er in 1980 nog 70 rijtuigen bij, waardoor er in totaal 80 tweerijtuigstellen beschikbaar waren.
Met de opening van lijn 2 in 1988 werd capaciteitsuitbreiding opnieuw noodzakelijk. Ditmaal werden er 32 tussenrijtuigen besteld, die werden gebruikt om een aantal U2-stellen tot drierijtuigtreinen om te bouwen, die aangeduid worden als U3. In 1999 werden ten slotte nog eens tien U2- en twaalf U3-koppelstellen geleverd, waardoor er in totaal 102 treinstellen beschikbaar kwamen. Treinstellen U2 en U3 kunnen gecombineerd worden tot vierrijtuigtreinen (U4) of vijfrijtuigtreinen (U5), die met 90 meter het maximum zijn dat de perronlengte toelaat.
De meeste treinen zijn uitgerust met een automatisch audiovisueel stationsomroepsysteem. In het midden van de rijtuigen hangen elektronische schermen waarop de volgende halte wordt aangekondigd; een vrouwenstem roept de naam van het station om en vermeldt eventuele overstapmogelijkheden.
In februari 2004 zijn 15 nieuwe treinstellen besteld bij het Spaanse CAF, die tussen juni 2006 en januari 2008 zullen worden geleverd. De zesrijtuigstellen zijn vier meter langer dan een U5-combinatie en beschikken over een doorgangsmogelijkheid over de gehele lengte. Hierdoor hebben reizigers meer bewegingsvrijheid en gaat er geen capaciteit verloren in de ruimte tussen de rijtuigen. De nieuwe treinstellen hebben een maximumsnelheid van 80 km/u, beschikken per zijde over 18 deuren (drie per rijtuigbak) en hebben het typenummer B2 gekregen en worden ook BOA genoemd. De treinen kunnen 774 passagiers vervoeren, beduidend meer dan de U5-stellen, die plaats bieden aan 695 reizigers.
[bewerk] Dienstuitvoering
De Brusselse metro is geopend van half zes 's ochtends tot ongeveer half een 's nachts. De lijnen 1A en 1B rijden overdag 8 maal per uur, waardoor er op het gemeenschappelijke tracé een frequentie van 3,5 minuut gerealiseerd wordt. Lijn 2 rijdt iedere vier minuten. In de spits worden er extra treinen ingezet, 's avonds en op zondag wordt er op alle lijnen een tienminutendienst onderhouden.
Treinen worden gevoed met 900 V gelijkstroom door middel van een derde rail (stroomafname aan de onderzijde). In het net wordt rechtsverkeer aangehouden, behalve op het traject Beekkant - Koning Boudewijn, waar i.v.m. met het wisselen van rijrichting links wordt gereden.
Direct ten zuiden van station Delta bevindt zich het hoofddepot, waar ook onderhoud en reparaties van de treinen plaatsvinden. Het tracé van lijn 1A kruist het depot ondergronds. In het station Park is de Centrale verkeersleiding gevestigd, vanwaar de treinen grotendeels automatisch bestuurd worden. De metrobestuurder hoeft normaal gesproken enkel de deuren te sluiten en het vertrekbevel te geven.
[bewerk] Tarieven
De metro is geïntegreerd in het tariefsysteem dat geldt voor al het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hiertoe behoren naast het net van de MIVB ook lijnen van De Lijn, TEC en de NMBS. Kaarten zijn voorzien van een magneetstrip en dienen bij het betreden van een station afgestempeld te worden. Een enkele rit is één uur geldig, overstappen is toegestaan binnen deze periode.
De belangrijkste kaarten uit het assortiment zijn:
- Enkele rit - € 1,50
- Heen- en terugkaart - € 3
- Vijfrittenkaart - € 6,70
- Tienrittenkaart - € 10,50
- Dagkaart - € 4
- Maandabonnement (enkel geldig op MIVB-voertuigen) - € 38 (volwassenen) of € 26,50 (-25 en +60)
- Maandabonnement MTB (ook voor De Lijn, TEC en de NMBS) - € 42,50 (volwassenen) of € 30 (-25 en +60)
[bewerk] Toekomstplannen
Het belangrijkste uitbreidingsproject van de Brusselse metro is de zogenaamde "ringomsluiting". Lijn 2 is momenteel nog een bijna-ringlijn en moet bij het Weststation op lijn 1B gaan aansluiten. Op 4 september 2006 kwam de eerste fase van het project, een verlenging van lijn 2 met één station van Clemenceau naar Delacroix, in gebruik. Volgens planning zal de ring in 2008 gesloten zijn.
Na de sluiting van de metroring zal het Brusselse metronet geherstructureerd worden. De huidige lijn 2 zal als lijn 6 vanaf het Weststation via Beekkant door gaan rijden naar Koning Boudewijn (nu 1A), terwijl lijn 1A de route Beekkant - Erasmus zal overnemen van lijn 1B, die beperkt wordt tot het Weststation. Hierdoor net zal het tijdrovende keren van de treinen van lijn 1A in station Beekkant tot het verleden behoren. Voor de nieuwe lijnen zullen andere nummers ingesteld worden.
Lijn 2 zal hiermee de vorm van een b krijgen en tweemaal het station Simonis aandoen. Voor ongeveer de helft van de treinen zal Simonis zowel het begin- als eindpunt zijn. Een doorgaande ringdienst is niet mogelijk doordat de verschillende sporen in station Simonis elkaar ongelijkvloers kruisen.
De lijnenloop zal als volgt zijn (huidige nummering tussen haken):
- lijn 1 (1B): Weststation – Stokkel
- lijn 2 (2): Simonis – Simonis
- lijn 5 (1A): Erasmus – Herrmann-Debroux
- lijn 6 (2): Simonis – Koning Boudewijn
In haar langetermijnvisie noemt de MIVB een aantal ideeën voor nieuwe metrolijnen, met name ter onsluiting van het station Brussel-Luxemburg. Dit spoorwegstation zou het kruispunt worden van een lijn die de radiaal naar Stokkel via de kleine ring verbindt met het Zuidstation (nieuwe tunnel tussen Merode en Naamsepoort) en een verlegging van lijn 2, komend van Kunst-Wet, via Elsene naar Ukkel. Het noordelijke en het zuidelijke deel van de huidige ringlijn 2 zouden hierdoor twee afzonderlijke lijnen worden. Een ander project behelst een metroverbinding onder de Gentstesteenweg tot het (GEN-)station van Sint-Agatha-Berchem - een lijn die reeds in de metroplannen van 1969 was opgenomen.
Bron(nen): |
|
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- De MIVB verbiedt directe links naar haar site; het adres is www.stib.irisnet.be
- Metro van Brussel op UrbanRail.net
- Brussels Subway
- Foto's
Portaal Openbaar vervoer |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie STIB-MIVB van Wikimedia Commons. |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Métro Bruxelles op Wikimedia Commons. |