Alopecia androgenetica
Alopecia androgenetica (Engels: androgenetic alopecia, ofwel AGA) is de Latijnse naam voor de meest voorkomende vorm van kaalheid (ICD-10 L64).
Deze kaalheid is het gevolg van mannelijke hormonen (androgenen). Het wordt ook wel 'klassieke mannelijke kaalheid' genoemd. De meeste mannen krijgen hier op een gegeven moment in meer of mindere mate mee te maken, maar ook komt het niet zelden voor bij vrouwen. De aandoening komt veel vaker voor bij Europeanen dan bij bijvoorbeeld Aziaten en Afrikanen.
Inhoud |
[bewerk] Oorzaak
Het is intussen duidelijk geworden dat deze vorm van kaalheid wordt veroorzaakt doordat het hormoon dihydrotestosteron (DHT) zich hecht aan de androgeenreceptoren (AR) van de cellen van de haarfollikels. Waarom deze binding zorgt voor een verstoring van het functioneren van de haarzakjes, is nog niet geheel duidelijk.
De aanleg voor androgenetisch haarverlies is erfelijk. Onderzoek toont aan dat de genen van de moeder waarschijnlijk een belangrijkere rol spelen bij de overerving dan die van de vader.
[bewerk] Verloop
De binding van DHT aan de AR zorgt voor een sneller verloop van de groeifasen en een verkleining van de schacht van het haarzakje. Uiteindelijk is het haarzakje dusdanig verschrompeld, dat het alleen nog maar een minuscuul (voor het oog onzichtbaar) vellushaartje produceert. Dit proces staat bekend als het miniaturiseren van haar.
Bij mensen met aanleg voor alopecia androgenetica is het genetisch bepaald dat alleen de haren aan de bovenkant van het hoofd zijn uitgerust met androgeenreceptoren. Dit verklaart waarom haar aan de zijkant en achterkant van het hoofd niet verloren gaat met het ouder worden.
Kaalheid verloopt bij vrouwen vaak anders dan bij mannen. Kaalheid volgens het mannelijke patroon begint bij de inhammen of de kruin. De meeste mannen die erfelijk belast zijn met haaruitval krijgen te maken met dit uitvalspatroon. Vrouwen met AGA krijgen daarentegen vaak te maken met een diffuse vorm van uitval die meestal begint bij de scheiding.
[bewerk] Behandeling
Volledige hergroei van verloren gegane haren is niet of nauwelijks mogelijk met de huidige haargroeimiddelen. Wel kan stabilisatie van de haaruitval vrij gemakkelijk bereikt worden. Over het algemeen geldt in ieder geval: hoe sneller er ingegrepen wordt, hoe meer kans er is op succes. Over het algemeen slaan haargroeimiddelen op de kruin beter aan dan op de inhammen.
Het bekendste haargroeimiddel op dit moment is finasteride. Dit medicijn moet dagelijks in een dosering van 1mg worden ingenomen. Finasteride concurreert met het enzym 5-alpha-reductase type II in het binden aan testosteron. Dit enzym komt veel voor bij de haarzakjes en zet het hormoon testosteron om in het actievere en voor de gevoelige haarzakjes funeste dihydrotestosteron (DHT). Finasteride zorgt er dus voor dat er minder testosteron wordt omgezet in DHT. Gemiddeld zorgt de stof voor een afname van 70% van de DHT-waarden in het bloed.
Ook is het mogelijk om alopecia androgenetica chirurgisch te behandelen, bijvoorbeeld door middel van een haartransplantatie. Ook met dit soort cosmetische behandelingen is het vooralsnog onmogelijk om de oorspronkelijke haardichtheid terug te krijgen.