Concilie van Konstanz
Het Concilie van Konstanz vond plaats van 1414 tot 1418. Het initiatief voor het concilie werd genomen door koning Sigismund.
Inhoud |
[bewerk] Crisis in het pausdom
Het belangrijkste probleem (en tevens de belangrijkste aanleiding) waarvoor het concilie zich gesteld zag, was het vinden van een oplossing voor de crisis in het pausdom. Sinds het begin van het Westers Schisma in 1378, waren er twee pausen (een in Rome en een in Avignon), die beide claimden de rechtmatige paus te zijn. Op het Concilie van Pisa (1409) was geprobeerd hier een einde aan te maken door beide pausen af te zetten en een nieuwe paus te benoemen, maar doordat de pausen van Rome en Avignon weigerden hun ambt neer te leggen, had dat de situatie nog verergerd en waren er nu drie pausen. Aan het begin van het Concilie van Konstanz waren dat Gregorius XII in Rome, Benedictus XIII in Avignon en Johannes XXIII in Bologna. Alleen Johannes XXIII was op het concilie aanwezig.
Alle partijen waren het erover eens dat het concilie erin moest resulteren dat er nog maar één paus zou zijn, die voor alle partijen acceptabel was. Geen van de pausen was aanvankelijk echter bereid zijn ambt neer te leggen. Toen de druk toenam, trachtte Johannes XIII het concilie te saboteren, door 20 maart 1415 's avonds heimelijk te vertrekken. Hij hoopte dat het concilie zichzelf zou ontbinden nu er geen paus meer aanwezig was. De volgende ochtend hield Sigismund echter een redevoering, waarin hij met de argumenten van de conciliaristen verklaarde dat de aanwezigheid van een paus niet noodzakelijk was om kerkelijke besluiten te nemen. De voortvluchtige Johannes XXIII werd daarop achterhaald en gevangen genomen. De hoogbejaarde Gregorius XII hoorde van de gebeurtenissen en besloot alsnog vrijwillig af te treden. Daardoor werd ook de positie van Benedictus XIII onhoudbaar. Het concilie onthief hem uit zijn ambt en hij had te weinig aanhang meer om daartegen bezwaar te maken. Als nieuwe paus werd Martinus V benoemd (1417).
[bewerk] Conciliaristen versus curialisten
Dwars door de perikelen rondom de pausbenoeming heen, speelde een richtingenstrijd tussen conciliaristen en curialisten. De eersten waren van mening dat het hoogste kerkelijke gezag bij de gezamenlijke bisschoppen lag, curialisten vonden dat de curie, het pauselijk apparaat, de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid had.
In Konstanz kregen de conciliaristen tijdens het concilie langzaam maar zeker de overhand. Martinus V moest beloven een groot aantal hervormingen door te voeren die de pauselijke macht zouden beperken en meer gezag zouden leggen bij de concilies, waar de gezamenlijke bisschoppen vertegenwoordigd waren. Al snel na het concilie bleek Martinus echter minder bereid de hervormingen door te voeren dan hij aanvankelijk deed voorkomen. Op het Concilie van Bazel (1431-1449) bleek dat er eigenlijk weinig veranderd was. De beweging van het conciliarisme ging daarop als een nachtkaars uit.
[bewerk] Johannes Hus en de avondmaalsleer
Een derde punt dat op het concilie een rol speelde (en het eerste dat ook daadwerkelijk werd afgehandeld) betrof de vragen over het Heilig Avondmaal die waren opgeworpen door de Boheemse hoogleraar Johannes Hus. Hus was van mening dat gelovigen niet alleen de hostie zouden moeten ontvangen, maar ook de kelk aangereikt zouden moeten krijgen.
Sigismund had Hus een vrijgeleide beloofd. Desondanks werd Hus vrijwel meteen na aankomst gevangen genomen. Omdat Sigismund vreesde dat het concilie zou mislukken, greep hij niet in. Hus herriep zijn overtuigingen niet en werd op 6 juli 1415 ter dood gebracht op de brandstapel.
[bewerk] Stemming
De tijd waarin het concilie plaatsvond, was de periode dat in Europa steeds meer zelfstandige staten ontstonden. Er was bij velen sprake van een steeds sterker wordend nationaal bewustzijn. Dit uitte zich in de manier waarop op het concilie stemmen mochten worden uitgebracht.
Bij eerdere concilies was het gebruikelijk dat iedere bisschop of kardinaal die aan het concilie deelnam één stem mocht uitbrengen wanneer er besluiten genomen moesten worden. Verreweg de meeste deelnemers aan het concilie kwamen echter uit Italië. Omdat de steun voor de verschillende pausen per land verschillend lag, waren bisschoppen van buiten Italië bang dat de besluiten met betrekking tot het pausdom al bij voorbaat vaststonden. Daarom werd besloten dat per natie gestemd zou worden. Elk van de vijf landen waarvan de bisschoppen deelnamen aan het concilie mocht één stem uitbrengen (Italië, Duitsland, Frankrijk, Engeland en Spanje). Daarnaast kreeg het college van kardinalen een stem. Deze wijze van stemmen was uniek en is ook op latere concilies niet meer toegepast.
Concilie van Konstanz | ||
---|---|---|
Vorig concilie: Concilie van Pisa |
Jaartal concilie: 1414 - 1418 |
Volgend concilie: Concilie van Bazel |