Zwerfafval
Zwerfafval, Mient, Den Haag, december 2003 |
Zwerfafval of zwerfvuil is al het afval dat rondslingert op straat, in de berm, op het strand of bijvoorbeeld in natuurparken. Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terecht gekomen.
Het bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal van consumpties: blikjes, flesjes, wikkels en bijvoorbeeld patatbakjes. Ook sigarettenpeuken, kauwgomresten, kranten, folders en tissues slingeren vaak op straat, in parken of langs de weg rond.
Gemeenten en Rijkswaterstaat hebben namens de overheid een taak bij het opruimen van zwerfafval. De politie beboet burgers die blikjes, flesjes of papiertjes op straat gooien. De boete bedraagt 46 euro.
Inhoud |
[bewerk] Hoeveelheden
In de afgelopen jaren tot 2003 is de hoeveelheid zwerfafval toegenomen. Door de toename van het aantal kleinere huishoudens zijn meer levensmiddelen in kleinere verpakkingen verkrijgbaar, die ook gemakkelijk onderweg zijn te gebruiken. En niet iedereen gooit de verpakking uiteindelijk weg in de vuilnisbak. In 2001 is in het onderzoek 'Inzamel- en beloningsystemen ter vermindering van zwerfafval' berekend dat jaarlijks 50 miljoen blikjes en flesjes in het zwerfafval terecht komen..
Rijkswaterstaat is rond 2003 jaarlijks ruim 8 miljoen euro kwijt aan het opruimen van zwerfafval langs rijkswegen. Alleen de directie IJsselmeergebied van Rijkswaterstaat treft per jaar al zo'n 900 ton zwerfafval aan langs de 'slechts' 125 km die ze aan wegen beheert.
[bewerk] Gevolgen
Burgers ergeren zich vaak aan zwerfafval. Zwerfafval is niet zozeer een milieuprobleem als wel een probleem in de leefomgeving. Uit het onderzoek 'Inzamel en beloningsystemen ter vermindering van zwerfafval' blijkt dat Nederlanders zich meer ergeren aan de vervuiling en verloedering van hun directe leefomgeving dan aan files en sigarettenrook. Zwerfafval draagt bij aan de verloedering van steden en vergroot daarmee het gevoel van onveiligheid bij burgers. Ook voor toeristische centra is een schone omgeving van groot belang. Daarnaast kan zwerfafval langs de weg gevaren voor de verkeersveiligheid opleveren. Het opruimen van zwerfafval brengt hoge beheerskosten met zich mee.
Het duurt vaak heel lang voordat zwerfafval uit het milieu verdwijnt. Zo duurt het soms tot een half jaar voordat papier en karton volledig is afgebroken. Een greep uit de afbreektijd van andere producten:
- sigarettenpeuk 1-5 jaar,
- bananenschil 3 jaar,
- metalen blikje 1,5-50 jaar,
- plastic frisdrankfles 5-10 jaar,
- plastic zak 10-20 jaar,
- kauwgum 20-25 jaar,
- aluminium blikje 80 jaar tot 1 miljoen jaar,
- plastic sixpack-houder 100 jaar,
- glazen fles 1 miljoen jaar,
- polystyreen patatbakje 'eeuwig'.
[bewerk] Veroorzakers
Volgens het onderzoek 'Inzamel- en beloningsystemen ter vermindering van zwerfafval' onderschrijft 80% van de mensen de stelling 'iedereen laat wel eens iets van een papiertje, blikje of zo, op straat achter'. Jongeren van 12 tot 24 jaar veroorzaken meer zwerfafval dan de gemiddelde Nederlander. Maar ook ouderen veroorzaken zwerfafval. Zo is 18% van de mensen die regelmatig zwerfafval veroorzaakt, 50 jaar of ouder. Automobilisten, recreanten, rokers en jongeren zijn specifieke doelgroepen binnen de campagne die rond 2003 gevoerd wordt van Stichting Nederland Schoon, getiteld 'Met hetzelfde gemak gooi je 't in de afvalbak'.
[bewerk] Boetes
Een persoon die afval op straat weggooit kan daarvoor een boete krijgen. De gemeenteraad moet een afvalstoffenverordening vaststellen. Dat staat in artikel 10.23 van de Wet Milieubeheer. In zo'n afvalstoffenverordening kunnen regels worden opgenomen om te voorkomen dat zwerfafval in het milieu terecht komt. In de verordening kan bijvoorbeeld staan dat geen papiertjes, blikjes of flesjes op straat mogen worden gegooid. Wie dit dan toch doet, pleegt een zogenaamd economisch delict. Dat is geregeld in artikel 1a, onder 3°, van de Wet op de economische delicten. Deze wet vermeldt ook de strafmaat voor overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening die gebaseerd zijn op de Wet milieubeheer. In dit geval een hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie. De hoogte van de geldboete staat weer in het Wetboek van Strafrecht. Artikel 23, vierde lid, stelt dat een geldboete van de vierde categorie maximaal 11.250 euro bedraagt. De rechter bepaalt de feitelijke hoogte.
Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht geeft de Officier van Justitie de mogelijkheid om strafvervolging te voorkomen en de zaak af te doen met een boete. Het Openbaar Ministerie heeft richtlijnen opgesteld voor boetes. Voor het niet op de juiste wijze aanbieden van huishoudelijk afval (en dus ook het veroorzaken van zwerfafval als een papiertje, blikje of flesje) staat een standaard boete van 46 euro. Door dit te betalen, vindt geen strafvervolging plaats. Wordt de boete niet betaald, dan komt de zaak alsnog voor de rechter.
[bewerk] Convenant
Om de hoeveelheid verpakkingsafval te beperken is door de Nederlandse overheid een convenant afgesproken met het bedrijfsleven. Daarbinnen is een deelconvenant zwerfafval. De afspraken in het deelconvenant vallen binnen het gedachtegoed van de producentenverantwoordelijkheid. Dit betekent dat producenten en bedrijven die producten op de markt brengen (mede)verantwoordelijk zijn voor die producten in het afvalstadium.
Het convenant bevat afspraken tussen overheid en bedrijfsleven over het terugdringen van de hoeveelheid verpakkingsafval en het zwerfafval. Eind 2002 heeft VROM, namens de Rijksoverheid, met het bedrijfsleven en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het deelconvenant zwerfafval ondertekend.
De doelstellingen van het deelconvenant zwerfafval zijn:
- Het bedrijfsleven draagt er zorg voor dat uiterlijk in het jaar 2005 de hoeveelheid blikjes en flesjes in het zwerfafval met ten minste 80% is afgenomen (van 50 miljoen in 2001).
- Het bedrijfsleven is verplicht zich aantoonbaar in te spannen zodat de hoeveelheid blikjes en flesjes in het zwerfafval voor 1 januari 2005 is afgenomen met ten minste 2/3 (van 50 miljoen in 2001).
- De Rijksoverheid, de VNG en het bedrijfsleven dragen er zorg voor dat door een gezamenlijke inspanning uiterlijk in het jaar 2005 het overige zwerfafval met ten minste 45% ten opzichte van het jaar 2002 is verminderd.
[bewerk] Statiegeld
Een mogelijkheid om het zwerfafval terug te dringen is het invoeren van statiegeld. Hiermee wordt de consument gestimuleerd de verpakking terug te brengen naar de winkel.
Het bedrijfsleven streeft er in het Convenant Verpakkingen III naar de hoeveelheid blikjes en flesjes in het zwerfafval in 2005 met ten minste 80% terug te dringen. Voor 1 januari 2005 moet het aantal flesjes en blikjes in het zwerfafval met ten minste tweederde zijn afgenomen. Lukt dat niet dan treedt met ingang van 1 januari 2006 het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton in werking. Daarin is onder meer het statiegeld voor blikjes en flesjes geregeld.
Bron(nen): |
|