Zonnekapitaal

Iedereen zonder uitzondering heeft een bepaalde weerstand tegen de zon. Die weerstand, zonnekapitaal genoemd, is voor iedereen verschillend en hangt af van het huidtype. Met elke blootstelling aan UV-stralen neemt het zonnekapitaal af en verhoogt dus het risico op huidkanker. Hou er rekening mee dat dit kapitaal sneller afneemt bij baby's en kinderen en zij dus nog kwetsbaarder zijn.

[bewerk] Verstandig zonnen

Dit wil niet zeggen dat u niet van het zonnetje mag genieten. Integendeel zelfs, want de zon heeft ook positieve kanten. Maar zoals zo vaak geldt ook hier weer: met mate.

Enkele tips om verstandig te zonnen:

• Bepaal uw huidtype.
• Gebruik een zonnecrème met voldoende hoge beschermingsfactor voor uw huidtype.
  Smeer u in een half uur voordat u in de zon komt. Herhaal dit om de 2 uur en telkens als u uit het water komt.
• Blijf tussen 12 en 16 uur zoveel mogelijk uit de zon.
• Draag bij lange wandelingen in de volle zon ruime kledij en hoofddeksel.
• Besteed extra aandacht aan de bescherming van baby's en kinderen.
• Gebruik een zonnebril met UV-filters.
• Hou rekening met de reflectie van zee, zand, sneeuw en water.
• Ook onder de parasol of bij bewolking kunt u verbranden.
• Neemt u geneesmiddelen, let dan op voor eventuele bijwerkingen.

De juiste beschermingsfactor

"Gebruik steeds een zonnecrème met voldoende hoge beschermingsfactor voor uw huidtype." Maar welk huidstype heeft u eigenlijk? Dit en de bijhorende zonnecrème kan u bepalen aan de hand van volgende tabel.

Nederlanders hebben hoofdzakelijk huidtypes I, II en III. Zonnecrèmes met een factor minder dan 10 zijn daarom doorgaans niet aan te raden. Bovendien wordt beschermingsfactor 15 tegenwoordig meer en meer als het absolute mininmum beschouwd, zelfs al mag u zich tot de donkere types rekenen.

Deze tabel is niet van toepassing voor kinderen onder de 16. Voor hen geldt ongeacht het huidtype steeds een zonnecrème met minimum een beschermingsfactor 30.

Huidtype	Uiterlijke kenmerken	Beschrijving	Beschermingsfactor
I	blond of rood haar, lichte ogen, bleke huid, vaak sproeten	wordt nooit bruin maar wel altijd rood	>25
II	blond of rood haar, lichte of bruine ogen, lichte huid	wordt soms bruin maar begint altijd met rood worden	15–20
III	donkerblond haar, lichtbruine huid	wordt gemakkelijk en steeds bruin, met soms wat zonnebrand	10–15
IV	mediterraan type bruine huid, bruin haar	zelden of nooit verbranding, bruint zeer makkelijk	5–10