Wilde narcis
Wilde narcis | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
ondersoort | |||||||||||||||||
Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus |
De wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus) is een narcis die oorspronkelijk voorkomt in weilanden, bossen en rotsige plekken. De wilde variant staat op de Rode lijst als zeer zeldzaam en sterk afgenomen. Tegenwoordig wordt de plant veelvuldig gekweekt en wordt vaak verwilderd aangetroffen. De bladeren en de bloemstengel ontspringen uit een bol. Deze bol is giftig. Wilde narcissen worden 20 tot 35 cm lang.
[bewerk] Bloem
De bloemdekslippen zijn geel, de bijkroon (corona) is diepgeel en trompetvormig. Die trompet is ongeveer even lang als het bloemdek (of iets korter). De schede is bruin en papierachtig. De bloemen zijn knikkend bevestigd aan een iets afgeplatte bloemsteel.
[bewerk] Bloei
De wilde narcis bloeit alleenstaand. De plant bloeit in het voorjaar: van maart tot mei.
[bewerk] Blad
De bladeren zijn lijnvormig en hebben een lengte van 12 tot 35 cm. De kleur is grijsgroen.
[bewerk] Vrucht
De wilde narcis draagt een doosvrucht.