Walnoot
Walnoot | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Walnoot (Juglans regia) |
||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Juglans regia | ||||||||||||
Jonge walnotenboom |
De walnoot (Juglans regia), ook wel okkernoot, gewone walnoot of Perzische walnoot genoemd, wordt al vele eeuwen geplant vanwege de grote economische waarde van het hout en de goed smakende noten. Deze boom is inheems in Zuid-Europa op de Balkan, Zuidwest- en Centraal-Azië tot de Himalaya en in Zuidwest-China. In Amerika wordt de boom ook wel "English Walnut" genoemd.
In de Griekse mythologie wordt Carya door de God Dionysos in een walnotenboom veranderd. De notenboom staat daarom voor het symbool van de wijsheid. Karyatiden zijn vrouwenbeelden van notenhout in de vorm van kolommen van de tempel van Arthemis Karyatis.
Onder het christendom werd de okkernoot een boom van de duivel en symboliseerde macht en wellust. Men geloofde dat je ernstig ziek kon worden als je onder de boom in slaap viel.
De boom kan een hoogte van 20 m of meer bereiken en kan meer dan 10 m breed worden. De boom vormt een ronde half open kroon en bij het ouder worden krijgt de grijze stam een diep gegroefde bast.
Inhoud |
[bewerk] Vermeerdering
Er kan worden gekozen tussen het planten van gezaaide walnoten of geënte walnoten. Bij geënte walnoten kan men kiezen uit verschillende rassen met uiteenlopende eigenschappen. Deze eigenschappen zijn van tevoren bekend. Bij gezaaide walnoten zijn de eigenschappen van de bomen van tevoren niet bekend. Bovendien kunnen de eigenschappen van gezaaide bomen onderling sterk verschillen. Gezaaide bomen komen gewoonlijk pas laat in productie, vaak pas na 10 tot 15 jaar. Geënte bomen komen veel eerder in productie, soms al na 2 tot 4 jaar. Het is derhalve beter om geënte bomen te planten, al zijn deze uiteraard duurder in aanschaf.
Voor het enten van walnoten wordt gebruikgemaakt van een onderstam. Hiervoor worden meestal zaailingen van de Gewone walnoot (Juglans regia) gebruikt, hoewel ook die van de Zwarte walnoot (Juglans nigra) kunnen worden gebruikt. Dit laatste is echter niet aan te bevelen, omdat de Zwarte walnoot gevoelig is voor het kersenbladrolvirus, waardoor de boom doodgaat.
[bewerk] Bloei en bestuiving
Mannelijke en vrouwelijke bloemen komen bij de walnoot wel aan dezelfde boom, maar gescheiden, voor. Mannelijke bloemen zijn in katjes verenigd. Vrouwelijke bloemen bevinden zich al of niet in trossen aan het einde van nieuwe scheuten, die in het voorjaar ontstaan uit de eindknop van de langloten en uit enkele daaronder gelegen knoppen. Bij de rassen die bekend staan als kortlotdragers komen vrouwelijke bloemen ook aan de kortloten voor, dus meer gespreid langs de takken. Deze rassen (zoals Broadview en Nr. 16) zijn dus in principe veel vruchtbaarder.
De productiviteit kan echter per jaar en per ras variëren. Onvoldoende productiviteit kan voor een deel berusten op (te) vroeg uitlopen van de knoppen in het voorjaar waardoor nachtvorstschade aan de jonge scheuten en daarmee de vrouwelijke bloemen kan ontstaan. Rassen die vroeg uitlopen (zoals Plovdivski, Proslavski, Rita, Nr. 16 en Coenen) lopen meer kans op nachtvorstschade dan rassen die laat uitlopen (zoals Buccaneer, Wonder van Monrepos, Parisienne en Franquette). Ook gevoeligheid voor wintervorst, waardoor twijguiteinden kunnen bevriezen en afsterven, leidt tot verlies aan productie.
Vele walnootrassen kunnen vrucht zetten met eigen stuifmeel, maar verschillende bloeitijden van de mannelijke en vrouwelijke bloemen kan dit beletten. Bij de meeste rassen bloeien de mannelijke en de vrouwelijke bloemen namelijk niet tegelijk. De mannelijke bloemen bloeien meestal eerst, hetgeen protandrie wordt genoemd, maar er zijn ook rassen waarbij het omgekeerde het geval is (protogynie). Daarom is het aan te bevelen om tenminste twee verschillende rassen te planten waarvan de bloeiperioden van de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen elkaar voldoende overlappen.
Er zijn ook rassen waarvan de bloeiperioden van de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen gewoonlijk wel voldoende overlap vertonen. Dergelijke rassen kunnen zichzelf bestuiven (zoals Buccaneer, Rita en Nr. 16). Het aanplanten van een extra bestuiverras kan echter wel meer zekerheid bieden.
Ook zijn er rassen die geen overlap hebben in de bloeiperiode van de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen, maar die toch (dus zonder tussenkomst van eigen of van vreemd stuifmeel) vrucht kunnen zetten. Deze vorm van vruchtzetting noemt men apomixie en komt bij enkele walnootrassen voor (zoals Broadview, Nr. 139 en Wonder van Monrepos). Omdat de neiging tot apomictische vruchtzetting van jaar tot jaar kan verschillen, geldt ook hier dat het aanplanten van een extra bestuiverras wel meer zekerheid kan bieden in de hoogte en de regelmaat van de productie.
De walnoot is een windbestuiver. Omdat de mannelijke bloeiwijzen zeer veel stuifmeel leveren dat over grote afstanden kan worden getransporteerd, worden in commerciële beplantingen slechts enkele bestuiverbomen per hectare geplant. Bij het planten van de bestuivers kan het beste rekening worden gehouden met de overheersende windrichting.
[bewerk] Rassen
In Nederland en België zijn geënte bomen verkrijgbaar van verschillende rassen. Enkele rassen zijn:
- Broadview: Afkomstig uit British Columbia (Canada). Goed winterhard. Matige groeikracht. De mannelijke bloemen bloeien voor de vrouwelijke. Desalniettemin kan Broadview ook zonder bestuiving (apomictisch) vruchtzetten. Goede productie van tamelijk grote langwerpige noten met goede smaak. Weinig vatbaar voor ziekten. Broadview is beslist één van de betere rassen die door de matige groeikracht ook geschikt is voor kleinere standplaatsen.
- Buccaneer: Afkomstig uit het Limburgse plaatsje Neer. Groeit wat sterker dan Broadview en vormt een opgaande kroon. Minder noten dan bij Broadview. De noten zijn tamelijk groot en rond van vorm. Goede smaak. Loopt vrij laat uit, waardoor er minder kans is op nachtvorstschade. Omdat de mannelijke bloei meestal geheel binnen de vrouwelijke bloei valt, is de overlap van beide bloemtypen voldoende voor zelfbestuiving. Aanplant van een bestuiverras kan echter meer zekerheid bieden. Buccaneer is zelf ook geschikt voor de bestuiving van veel andere rassen, waaronder bijvoorbeeld Broadview. Buccaneer is weinig vatbaar voor ziekten.
- Wonder van Monrepos (ofwel Geisenheim Wonder): Een nieuw ras welke in 1983 is ontstaan op het proefstation in Geisenheim (Duitsland). Matige groeikracht. De mannelijke bloeiwijzen bloeien eerst, doch dit ras vormt voornamelijk apomictische vruchten. Goede productie van noten met een prima kwaliteit. Loopt laat uit. Zeer weinig vatbaar voor ziekten. Alhoewel de praktijkervaringen nog beperkt zijn, lijkt dit een zeer waardevol ras.
- Nr. 139 (ofwel Weinheimer): Afkomstig uit Duitsland. Matige groeikracht. Tamelijk goede tot goede opbrengst. Vrij grote noten met zeer goede smaak. Kan apomictisch vrucht zetten, alhoewel de productie verbetert bij kruisbestuiving. Kan in natte jaren aangetast worden door ziekten.
- Parisienne: Afkomstig uit Frankrijk. Sterke groei met vrij steile groeiwijze. De vruchtbaarheid treedt laat in, daarna goede opbrengst aan vrij grote tot grote noten met goede smaak. De knoppen lopen laat uit en ontlopen daardoor de nachtvorsten in het voorjaar. De mannelijke bloeiwijzen bloeien voor de vrouwelijke. Geen overlap, kruisbestuiving is nodig. Weinig vatbaar voor ziekten.
- Franquette: Afkomstig uit Frankrijk. Sterke groeier. De vruchtbaarheid treedt net als bij Parisienne laat in. De knoppen lopen laat uit en ontlopen daardoor de nachtvorsten in het voorjaar. Ook bloeien de vrouwelijke bloemen echter erg laat, waardoor ze de mannelijke bloei van de meeste andere rassen ontlopen. Hierdoor is de vruchtzetting vaak onbevredigend. Voor de noten kan daarom beter een ander ras worden geplant. De houtkwaliteit van Franquette staat bekend als zeer goed.
- Soleze: Eveneens afkomstig uit Frankrijk. Soleze begint pas op wat latere leeftijd te produceren, een eigenschap die bij meer Franse rassen voor komt. Daarna is de productie echter goed. De mannelijke bloemen bloeien voor de vrouwelijke. Draagt grote noten van goede kwaliteit. Alhoewel de bomen langzaam groeien, kunnen ze op latere leeftijd toch een grote omvang krijgen. Enigszins vatbaar voor ziekten.
- Rita: Afkomstig uit de Poolse Karpaten. Zwakke groeier met dichte kroon. Loopt vroeg uit. Grote opbrengst aan middelmatig grote noten. De noten hebben dikwijls een asymmetrische vorm (scheef uiterlijk). De mannelijke en vrouwelijke bloeiperioden overlappen elkaar grotendeels. Daardoor is Rita een zelfbestuiver. Weinig vatbaar voor ziekten.
- Nr. 16: Ontstaan als een zaailing van Rita. Afkomstig uit Michigan (USA). De groeikracht is te omschrijven als matig. Nr. 16 is dus geen sterke groeier, maar groeit wel wat sterker dan Rita. Loopt tamelijk vroeg uit. Net als bij Rita overlappen de mannelijke en vrouwelijke bloeiperioden elkaar grotendeels, daardoor is ook Nr. 16 een zelfbestuiver. Goede productie met grote langwerpige noten met een scherpe punt. Weinig vatbaar voor ziekten.
- Coenen: Afkomstig uit Veghel (Nederland). Forse groeier met een brede losse kroon. Loopt vroeg uit. Heeft een bestuiver nodig die vroeg mannelijk moet bloeien (Broadview is geschikt). Grote tot zeer grote noten met goede smaak.
- Axel: Afkomstig uit Nederland/België. Krachtige opgaande groeier. Vanwege de extreem grote noten is Axel waarschijnlijk de grootste walnoot die er is. De noten zijn echter vaak slecht gevuld en slecht bewaarbaar. Middelmatige smaak. Door de zeer grote noten wel een leuke curiositeit.
- Proslavski: Afkomstig uit Bulgarije. Sterke groei met breed uitgroeiende kroon. Donkergroen loof met zeer grote bladeren. Loopt vroeg uit. De mannelijke bloeiwijzen bloeien zeer vroeg. Er is slechts een heel klein gedeelte overlap. Hierdoor is kruisbestuiving nodig (bijvoorbeeld door Buccaneer, Rita, Nr. 16, Coenen). Grote langwerpige noot met dikke schaal. Zeer goede smaak. Weinig vatbaar voor ziekten.
- Plovdivski: Afkomstig uit Bulgarije. Matige groeikracht met brede kroon. Loopt vroeg uit. De mannelijke bloeiwijzen bloeien voor de vrouwelijke. Heeft een bestuiver nodig. Grote langwerpige noten met een dikke schaal en een grote kern. Zeer goede smaak.
- Hansen: Afkomstig uit Ohio (USA). Zeer winterhard ras met een tamelijk zwakke groeikracht. De mannelijke bloeiwijzen bloeien voor de vrouwelijke; heeft een bestuiver nodig. De bijzonderheid van Hansen is dat de kleine ronde noten in grote trossen aan de boom hangen, soms wel tot 13 stuks bij elkaar. De smaak is goed en de noten zijn gewoonlijk goed gevuld. Weinig vatbaar voor ziekten.
- Red Danube (ofwel Roter Donau): Afkomstig uit Duitsland/Oostenrijk. Middelmatige groeikracht. Dit bijzondere ras draagt middelgrote noten met een rode kern. Men zou dit dus de bloedsinaasappel onder de walnoten kunnen noemen.
- Laciniata: Wordt niet geteeld om de noten, maar om de prachtige diep ingesneden bladeren. Zwakke tot matige groeikracht. Goede winterhardheid. Prachtige sierboom.
- Purpurea: Wordt niet geteeld om de noten, maar omdat de bladeren van deze boom rood van kleur zijn. De noten die gevormd worden zijn overigens wel eetbaar en intern eveneens rood van kleur (als Red Danube). Groeit langzaam en vormt daarom meer een grote struik dan een echte boom. Bovendien is dit ras niet geheel winterhard en vriezen de jonge twijgen in de winter gemakkelijk een stukje in. Is pas relatief recent ontdekt (1938) en tot op dit moment zeldzaam. Voor de echte liefhebber.
[bewerk] Eigenschappen
Walnoten vormen laddermerg in hun twijgen.
Het hout is taai, buigzaam en duurzaam. Het heeft tevens een mooie nervatuur. Befaamd is het gebruik van wortelnotenhout in meubelen en in dashboards van sommige auto's.
Het hout wordt gebruikt voor de meubelindustrie en werd vroeger ook gebruikt voor gebruiksvoorwerpen, zoals lepels, deurklinken en vliegtuigpropellers.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er veel bomen gekapt voor het maken van geweerkolven, maar ook later is veel notenhout hiervoor nog gebruikt.
Met zijn dicht bladerdak is de notelaar een ideale en karaktervolle schaduwboom.
Vliegen en muggen hebben een hekel aan de geur van de aromatische bladeren. Vandaar dat men op boerderijen vaak een notelaar aantreft in de nabijheid van een mesthoop.
Volgens spaans onderzoek leveren walnoten een bijdrage aan het flexibel en elastisch houden van de aderen. Walnootolie bevat circa 10% alfa-linoleenzuur.
[bewerk] Noot
Bij een te dunne schaal kunnen vogels schade geven, doordat ze de schaal dan open kunnen pikken. Ook kan de noot enigszins open gaan staan, waardoor de kern kan gaan rotten. Bij sommige rassen kunnen daardoor makkelijker beschimmelde kernen optreden.
[bewerk] Notendop
De notendop werd vroeger gemalen gebruikt als anti-aanbaklaag in bakkersovens. Nu nog worden in de vliegtuigindustrie de fijngemalen doppen gebruikt als polijstmiddel en de NASA gebruikt dit als isolatiemateriaal in raketten om deze tegen hoge temperaturen te beschermen.
Men gebruikt meestal een notenkraker om de dop te kraken en de walnoot te consumeren.
kortlot is 3-jaar oud stukje van de walnoot 'Broadview' |
|||
[bewerk] Externe links
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Juglans regia op Wikimedia Commons. |