Verdrag van Tordesillas
Het Verdrag van Tordesillas (1494) regelde de opdeling van de niet-Europese wereld tussen Spanje en Portugal, die de eerste ontdekkingsreizen organiseerden.
Paus Alexander VI bepaalde na de ontdekking van Amerika dat alles ten westen van een bepaalde lijn (480 km van Kaap Verde) toebehoorde aan Spanje, en alles ten oosten daarvan aan Portugal. In het verdrag van Tordesillas stemde Spanje ermee in dat deze lijn naar het westen werd verlegd (1170 km van Kaap Verde). Hierdoor werd het later ontdekte Brazilië Portugees bezit.
Bij het Verdrag van Zaragoza (1529) werd deze lijn tot in de Stille Oceaan doorgetrokken.
Deze demarcatielijn zorgde er ook voor dat de zeeën verdeeld werden tussen de Portugezen en de Spanjaarden (het principe van Mare Clausum). Deze aanspraken werden later door verschillende andere Europese landen (Ned., Fr., Eng.) resoluut verworpen. Koning Frans I van Frankrijk merkte eens schamper op dat hij nooit "de clausule in het testament van Adam had gezien, waarin zijn land zou zijn uitgesloten van alle rechten op delen van de Nieuwe Wereld"'.