Telefooncoup
De telefooncoup (ook wel Kerstcoup) is de populaire naam voor de op 24 december 1990 door de legerleiding gepleegde staatsgreep per telefoon in Suriname. Bij deze staatsgreep werd de regering-Shankar afgezet.
[bewerk] Ramsewak Shankar
In november 1987 werden de verkiezingen gewonnen door het Front voor Democratie en Ontwikkeling (FDO). Het FDO was een bundeling van de traditionele Surinaamse partijen VHP (Hindoestaans), NPS (Creools) en KTPI (Javaans). Na de verkiezingsoverwinning schoof Jagernath Lachmon, de voorzitter van de FDO, Ir. Ramsewak Shankar (FDO/VHP) naar voren als presidentskandidaat. Shankar werd tot president gekozen en op 25 januari 1988 werd hij ingehuldigd. Shankar stelde een kabinet samen en benoemde Henck Arron (FDO/NPS) tot vicepresident. Arron was in 1980 door het leger aan de kant geschoven en zij waren allerminst blij met deze benoeming. Shankar zelf gold ook niet als favoriet van het leger.
Tijdens de ambtsperiode van Shankar (1988-1990) probeerde hij de betrekkingen met Nederland te verbeteren om zo de ontwikkelingshulp weer op gang te laten komen. Met name Desi Bouterse zag niet veel in deze ontwikkeling.
[bewerk] De staatsgreep
Half december 1990 maakte het toestel waarin Bouterse en president Shankar zaten een tussenlanding op Schiphol. De Nederlandse politie schermde Bouterse af van de pers en van de in Nederland verblijvende Surinamers. Bouterse wilde hen aanvankelijk toespreken, maar door het politiekordon werd hem dit onmogelijk gemaakt. Bouterse was niet alleen kwaad op de Nederlandse autoriteiten, maar ook op president Shankar. Hij vond dat de president het niet voor hem opnam tijdens het incident.
Op 22 december bood Bouterse zijn ontslag aan als legerleider. De legerleiding zag hier niets in en zij pleegden een staatsgreep. Op 24 december, rond middernacht, maakte het leger telefonisch bekend dat Shankar en diens regering waren afgezet. Ivan Graanoogst, de politiechef en tevens waarnemend legerleiding na het ontslag van Bouterse, werd daarna waarnemend president. Op 27 december werd het ontslag van de regering door het parlement bekrachtigd. Op die dag werd Johannes Kraag president van Suriname en op 31 december werd Bouterse opnieuw benoemd tot legerleider (opperbevelhebber van het leger).
Dit voorval liet maar weer eens zien dat Bouterse en de legerleiding nog steeds aan de touwtjes trokken.
[bewerk] De Nederlandse reactie
In Nederland werd heftig gereageerd op de staatsgreep. De regeringspartijen (CDA en PvdA) en de VVD stemden in met het stopzetten van de ontwikkelingshulp aan Suriname. Pas na het aantreden van president Ronald Venetiaan in 1991 verbeterde de situatie tussen Suriname en Nederland aanzienlijk.