Seniorenkonvent Leuven
Het Seniorenkonvent Leuven (SK) is de historische koepel van Vlaamse regionale jongensstudentenclubs verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven. Tegenwoordig staan de clubs ook open voor hogeschoolstudenten. Het SK werd op 19 november 1929 opgericht door dr. Edmond de Goeyse en heeft als taak de contacten tussen de clubs onderling en de contacten met andere studentenverenigingen te bevorderen en activiteiten voor de aangesloten clubs te organiseren.
Het SK wordt voorgezeten door een senior seniorum (SS) en heeft een dagelijks bestuur, samengesteld uit (oud-)presides van de verschillende clubs. De iure vormt het SK samen met het Meisjesseniorenkonvent, die de meisjesstudentenclubs overkoepelt, de studentikoze pijler van het KVHV Leuven, waarvan de senior seniorum van het SK van rechtswege ook vice-preses is. De kleuren van het SK zijn zwart-geel-cyaan en het schild verenigt de vijf oude Vlaamse provincieschilden.
Inhoud |
[bewerk] Aangesloten clubs
[bewerk] Antwerpse Gilde
- Geelse Club (gesticht in 1898)
- Lange Wapper (gesticht in 1974)
- Reuzegom (gesticht in 1946, erkend in 1964)
- Semini (gesticht in 1959, erkend in 1969)
- KVHC Sinjoria (gesticht in 1919)
- Dolfijnen (gesticht in 1910, ook bekend als Lyrana en Pallieter, geen werking meer sinds 1967)
- Hewes (gesticht in 1988, erkend in 1993, geen werking meer sinds 2005)
- Mastentop (gesticht in 1887, ook bekend als de Kempische Gilde, geen werking meer sinds 2001)
- Omnia (gesticht in 1975, geen werking meer sinds 1985)
- Rupelgalm (gesticht in 1889, geen werking meer sinds 1978)
- Turnhoutse Club (gesticht in 1926, geen werking meer sinds 1940)
[bewerk] Brabantse Gilde
- Bezem Brussel (gesticht in 1925)
- KVHC Lovania (gesticht in 1922)
- Ons Hageland (gesticht in 1874)
- Payottenland (gesticht in 1911)
- Aarschotse Club (gesticht in 1931, geen werking meer sinds 1959)
- Diesterse Club (gesticht in 1931, geen werking meer sinds 195?)
- Mechlinia-Reynaert (gesticht in 1919, geen werking meer sinds 2006)
- KVHC Noord-Brabant (gesticht in 1920, geen werking meer sinds 2003)
[bewerk] Limburgse Gilde
- Hesbania (gesticht in 1898)
- Boves Luci (gesticht in 1976, geen werking meer sinds 1999)
- Hasseleta (gesticht in 1939, erkend in 1952, geen werking meer sinds 2001)
- Heidebloem (gesticht in 1898, geen werking meer sinds 2003)
- Klamme Hand (gesticht in 1979, erkend in 1993, geen werking meer sinds 2005)
- Maaslandia (gesticht in 1942, geen werking meer sinds 2003)
- Mijnlamp (gesticht in 1948, erkend in 1955, geen werking meer sinds 2003)
[bewerk] Oost-Vlaamse Gilde
- KVHC Meetjesland (gesticht in 1901)
- Moeder Oilsjterse (gesticht in 1993, erkend in 1997)
- Zuid-Oost-Vlaamse Club (gesticht in 1978)
- Domper (gesticht in 1892, geen werking meer sinds 1997)
- Oudenaardse Club (gesticht in 1900, geen werking meer sinds 1970)
- Ros Beyaert (gesticht in 1895, geen werking meer sinds 2003)
- Waasse Club (gesticht in 1898, geen werking meer sinds 2006)
[bewerk] West-Vlaamse Gilde
- Brugse Club (gesticht in 1886)
- Kortrijkse Club (gesticht in 1884)
- Meense Club (gesticht in 1902)
- Waregemse Club (gesticht in 1947)
- Izegemse Club (gesticht in 1941, geen werking meer sinds 2001)
- Mandel Club (gesticht in 1922, geen werking meer sinds 1999)
- Oostendse Club (gesticht in 1912, geen werking meer sinds 2006)
- Tieltse Club (gesticht in 1902, geen werking meer sinds 2001)
- Veurnse Club (gesticht in 1903, geen werking meer sinds 1940)
- Westland (gesticht in 1890, geen werking meer sinds 2003)
[bewerk] Andere
- Hollandia Lovaniensis (enkel de jongens van deze in 1886 gestichte gemengde club)
- Leuvense Studentenfanfare (gesticht in 1911)
[bewerk] Geschiedenis
Sinds 1875 waren er te Leuven een groot aantal clubs ontstaan, op basis van regionale herkomst. Elke club had zijn eigen tradities en gebruiken en ook qua attributen waren er grote verschillen tussen de verschillende verenigingen. Aan het einde van de jaren twintig ontstond er hier en daar enige malaise door een gebrek aan orde en tucht. De voorstelling dat “de clubs niet meer waren dan een hoop wezens die ordeloos zaten te zuipen, balken, roepen en tieren” is evenwel een stevige overdrijving. De meeste leiders en zelfs de meerderheid van de studenten waren het erover eens dat er iets moest veranderen in de studentenwereld.
Als heelmiddel zochten o.a. Willem Melis en Paul Lebeau inspiratie in het Duitse studentenleven. Zij vonden dit enerzijds in het historische voorbeeld van K.A.V. Lovania, een vereniging die reeds rond de eeuwwisseling in Leuven bestaan had, en anderzijds in de Allgemeine Deutsche Bier-Comment, een geheel van voorschriften betreffende orde en tucht binnen de club.
Een aantal van deze regels werd al min of meer op dezelfde manier toegepast in verschillende clubs. De algemene verspreiding kwam er echter pas nadat Edmond de Goeyse zijn schouders zette onder de schepping en verspreiding van een eigen Vlaamse Bier-Comment. Hij bundelde de verschillende voorstellen en ideeën en maakte gebruik van Ons Leven om ze te verspreiden binnen de Leuvense studentenwereld zodat ze geen droge theorie bleven maar een breder draagvlak kregen. Als stichter van Bezem Lovania Brussel greep hij bovendien de kans om de praktische haalbaarheid na te gaan bij een club die (nog) niet geplaagd werd door vastgewortelde en vastgeroeste gewoonten en tradities.
De nieuwe modelclub was een succes en op dinsdag 19 november 1929 kwamen de presides van de kleurdragende verenigingen (het KVHV Leuven, de vijf gildepresides en de presides van de 26 regionale clubs) boven het studentencafé Chicago samen om het Seniorenkonvent op te richten. Het Seniorenkonvent werd de stimulator van studentikoze stijl en legde de clubtradities vast in standregelen.
Een eerste probleem waren de linten en de kleuren die de clubs droegen. Meerdere clubs deelden dezelfde kleuren zodat in onderling overleg enkele kleine aanpassingen doorgevoerd werden zodat minstens alle clubs binnen eenzelfde gilde verschillende kleuren kregen. Ook het dragen van de linten werd geregeld. De commilitones dragen een smal lint over de rechterschouder en de schachten dragen hetzelfde lint over de linkerschouder. De senior zou een breed lint dragen met de kleuren van de club of de gilde (normaal gesproken de donkerste kleur bovenaan) en daarop ook het clubschild en de praesesjaartallen.
Er werd eveneens beslist om het dragen van de bierpetjes voor alle clubs in te voeren. Die bierpetjes worden op de kruin van het hoofd gedragen, de rand bestaat uit de drie kleurstroken van de club en op een bodem in de hoofdkleur wordt het monogram in goud of zilver geborduurd. KVHC Lovania en KVHC Sinjoria zouden de eerste clubs geweest zijn die het bierpetje invoerden maar waarschijnlijk zijn er nog wel enkele andere clubs gelijktijdig met de nieuwe traditie begonnen. Het studentenjargon werd in die periode grondig vernieuwd. Daar waar men het vroeger had over voorzitters, hoofdmannen of dekens was er nu sprake van een senior of preses. De leden van club werden niet langer makkers of kameraden genoemd maar wel commitatores en vanaf 1935 werd dit lichtelijk vervormd tot het momenteel nog steeds gebruikelijke commilitones. Het gebruik van een monogram werd veralgemeend en dat is nog steeds op één of andere manier samengesteld uit de beginletters van Vivat Crescat Floreat en de benaming van de club.
De Besluiten van het Seniorenkonvent verschenen voor het eerst in Ons Leven in 1930 en werden een jaar later als appendix opgenomen in het studentenliederboek van het KVHV Leuven. Later werden alle regels samengevat in een clubcodex, die in 1935 voor het eerst verscheen en sinds 1956 werd de clubcodex als groene en later blauwe bladzijden opgenomen in de Studentencodex van het KVHV Leuven.
Na de Tweede Wereldoorlog werden er nog nieuwe regionale clubs toegelaten tot het Seniorenkonvent. In de jaren '60 werden Reuzegom en Semini ook aanvaard als nieuwe leden, alhoewel ze oorspronkelijk geen regionale clubs waren, maar clubs van mensen die op hetzelfde college gezeten hadden. Bij het begin van de jaren zestig echter bracht de democratisering van het onderwijs ware aardverschuivingen teweeg in het studentenleven: de grotere aantallen studenten leidden tot een nijpend tekort aan koten en bovendien zorgde de nieuwe studentenmassa ook voor een nieuwe mentaliteit waar individualisme en opportunisme hoogtij vieren. Hierdoor vertegenwoordigden de clubs ook niet langer een substantieel deel van het studentenleven. Waar vroeger een groot deel van de studenten zowel lid waren van hun regionale club, hun provinciale gilde en het Verbond, dook dit aantal snel onder de 10% van het totale studentenaantal in Leuven. Bovendien kwamen er als maar meer vrouwen bij en een tiental SK-clubs was gedurende de jaren '60 en '70 gemengd. De verminderende aantrekkingskracht zorgde ervoor dat bijna een derde van de clubs er het bijltje bij neerlegde in deze periode. Eenmaal bemoeide het SK zich met politiek: het nam deel aan de betogingen in de jaren '60 tegen de Franstalige aanwezigheid in Leuven en in oktober 1967 zette het SK onder leiding van Jozef Dauwe met steun van de beheerraad van het KVHV de extreem-linkse Verbondspraeses Paul Goossens af.
Vele clubs werden in de jaren '80, toen het traditionele studentenleven een heropleving kende, heropgericht. Rond 1990 waren er zo'n 1000 studenten lid van regionale clubs in Leuven. Sinds 1993 ressorteert de Leuvense Studentenfanfare, die tot dan een apart onderdeel van het KVHV Leuven was, onder het SK.
Van het begin van de twintigste eeuw tot de jaren '60 trokken de studenten net voor de examens naar de abdij van Vlierbeek in Kessel-Lo voor zomerfeesten. Ook organiseerde het Seniorenkonvent tussen 1951 en 1986 jaarlijks een carnavalstoet. De zomerfeesten werden in de jaren '80 vervangen door studentenfeesten in de binnenstad. Sinds 1975 organiseerde het KVHV Leuven in samenwerking met het Seniorenkonvent een studentenzangfeest in de grote aula van het Maria Theresiacollege. Deze traditie bleef tot het jaar 2000 bestaan. Er werden afentoe ook speciale activiteiten georganiseerd, zoals uitstappen naar de luchtmachtbasis van Bevekom, een vliegtuigcantus, ...
In 1997 kreeg het SK een vrouwelijke evenknie in het Meisjesseniorenkonvent, dat de meisjesstudentenclubs in Leuven overkoepelt. Bij de millenniumwisseling bleek dat de interesse in het clubleven weer serieus aan het afnemen was. Een substantieel aantal clubs verdween in de eerste jaren van de nieuwe eeuw; de Limburgse Gilde werd bijvoorbeeld gedecimeerd tot één club. Het aantal SK-studenten zakte onder de 200. Toch trok het SK vanaf 2003 terug naar Vlierbeek om de zomerfeesten opnieuw te organiseren. Sinds 2004 hebben het SK en het MSK ook een elektronisch krantje: Ons Leuven @ den Toog. In de zomer van 2006 verschijnt er een lustrumboek over de geschiedenis van het Leuvense studentenleven en het Seniorenkonvent.
[bewerk] Galerij der seniores seniorum
- 1929-1930: Edmond de Goeyse (†) (Bezem Brussel)
- 1930-1931: Edmond de Goeyse (†) (Bezem Brussel)
- 1931-1932: Karel De Vaster (†) (Lovania)
- 1932-1933: Karel De Vaster (†) (Lovania)
- 1933-1934: Germain Mulliez (†) (Kortrijkse Club)
- 1934-1935: Marcel Vandeburie (Kortrijkse Club) en Michiel Verkinderen (†) (Meense Club)
- 1935-1936: Jozef Vande Wiele (†) (Kempische Club)
- 1936-1937: Antoon Staes (Mandel Club)
- 1937-1938: Wim Aelvoet (†) (Noord-Brabant)
- 1938-1939: Urbain Reynaert (†) (Westland)
- 1939-1940: Jules Lemmerling (Lovania)
- 1940-1941: Constant Stijnen (Sinjoria)
- 1941-1942: Constant Stijnen (Sinjoria)
- 1942-1944: geen werking
- 1944-1945: Daniel Noyez (Izegemse Club)
- 1945-1946: Paul Herbosch (†) (Payottenland)
- 1946-1947: Edmond De Voecht (†) (Rupelgalm)
- 1947-1948: Jan Gruyters (†) (Hasseleta)
- 1948-1949: Frans Moelants (†) (Kortrijkse Club)
- 1949-1950: Mark Santens (Oudenaardse Club)
- 1950-1951: Karel Annicq (Oudenaardse Club)
- 1951-1952: Jacques Gruwez (Westland)
- 1952-1953: Maurits Oversteyns (Heidebloem)
- 1953-1954: Louis Verhaert (†) (Waasse Club)
- 1954-1955: Louis Verhaert (†) (Waasse Club, tot januari) en Hugo Van Bockstal (Westland, vanaf januari)
- 1955-1956: Jos Mees (Rupelgalm)
- 1956-1957: Jos Mees (Rupelgalm)
- 1957-1958: Louis Verhaert (†) (Waasse Club)
- 1958-1959: Mark Blancquaert (Ros Beyaert)
- 1959-1960: Yvan Warson (Maaslandia)
- 1960-1961: André Van Dessel (†) (Noord-Brabant)
- 1961-1962: Hans Van Biesen (†) (Domper)
- 1962-1963: Luk de Schrijver (Waasse Club) en Mark Dessein (Meense Club)
- 1963-1964: Hugo Geeraerts (Lovania)
- 1964-1965: Leo Weytjens (Hasseleta)
- 1965-1966: Eddy Druyts (Mastentop)
- 1966-1967: Valère Vautmans (Hesbania)
- 1967-1968: Jozef Dauwe (Ros Beyaert, tot oktober) en Paul Degraeve (Mijnlamp, vanaf oktober)
- 1968-1969: Arie Abbeloos (Ros Beyaert)
- 1969-1970: Arie Abbeloos (Ros Beyaert)
- 1970-1971: Luk Gheysen (Meense Club)
- 1971-1972: Willy De Ceulaer (Willy Geelse Club)
- 1972-1973: Xavier Van de Poel (Reuzegom)
- 1973-1974: Frank De Ketelaere (Westland)
- 1974-1975: Rik De Doncker (Payottenland)
- 1975-1976: Xavier Vanwynsberghe (Kortrijkse Club)
- 1976-1977: Marc Vanrompaey (Lange Wapper)
- 1977-1978: Theo Boel (Reuzegom)
- 1978-1979: Georges Lenssen (Maaslandia)
- 1979-1980: Axel Willems (Oostendse Club)
- 1980-1981: Yves Van Caille (Brugse Club, tot oktober) en Valère Oversteyns (Lovania, vanaf oktober)
- 1981-1982: Wim Truyens (Lange Wapper)
- 1982-1983: Christophe de Landtsheer (Zuid-Oost-Vlaamse Club)
- 1983-1984: Jos Goubert (Bezem Brussel)
- 1984-1985: Johan Goemaere (Westland)
- 1985-1986: Johan Van Bragt (Semini)
- 1986-1987: Kurt Moons (Ros Beyaert)
- 1987-1988: Jo De Meester (Lange Wapper)
- 1988-1989: Jan Van den Heyning Paal Mijnlamp)
- 1989-1990: Bart De Prest (Brugse Club, tot oktober) en Jan Bode (Meense Club, vanaf oktober)
- 1990-1991: Guy Geens (Mastentop)
- 1991-1992: Jo Daris (Payottenland)
- 1992-1993: Franky Baert (Brugse Club)
- 1993-1994: Bruno Van Caelenbergh (Domper)
- 1994-1995: Johan Grutman (Heidebloem)
- 1995-1996: Steven Bols (Hesbania)
- 1996-1997: Koen Keirse (Heidebloem, tot oktober) en Jürgen Vandervelden (Mastentop, vanaf oktober)
- 1997-1998: Tim Buysse (Reuzegom, tot januari) en Hans Beerlandt (Westland, vanaf januari)
- 1998-1999: Alexander Olivier (Westland)
- 1999-2000: Benjamin Verpoort (Meense Club)
- 2000-2001: Laurens Dumont (Lovania)
- 2001-2002: Laurens Dumont (Lovania)
- 2002-2003: Josip Viskovic (Leuvense Studentenfanfare)
- 2003-2004: Stefan Van de Weyer (Bezem Brussel en KVHC Noord-Brabant)
- 2004-2005: Jan Van den Brande (Sinjoria)
- 2005-2006: Jelle Stassijns (Moeder Oilsjterse)
- 2006-2007: Robrecht Coppens (Moeder Oilsjterse)
[bewerk] Literatuur
- Arthur De Bruyne (ed.), Bijdragen tot de geschiedenis van een generatie - Een liber amicorum voor mr. Willem Melis, Kemzeke.
- Mon de Goeyse, O Vrij Studentenheerlijkheid, Leuvense Universitaire Pers, Leuven, 1987, ISBN 9061862415.
- Jan Huys en Stefan Van de Weyer, De studentikoze erfenis van Rodenbach, Leuven, 2006.
- Rik Uytterhoeven, Nostalgia Lovaniensis, Universitaire Pers Leuven, Leuven, 2000, ISBN 9058670651.
- Louis Vos, Bart De Wever en Wilfried Weets (ed.), Vlaamse vaandels, rode petten, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2002, ISBN 9028932046.
[bewerk] Externe links
- Webstek van het Seniorenkonvent Leuven
- [1] Elektronisch krantje Ons Leuven @ den Toog