Niyama

Niyama is een term in de yoga: het omvat de gedragsregels die van toepassing zijn op de individuele discipline. Niyama is de tweede stap op het achtvoudige pad der yoga zoals voorgeschreven in de Yoga-Sûtra's van Patanjali.

32. Niyama omvat vijf voorschriften: (a) sjaucha (zuiverheid), (b) santosja (tevredenheid), (c) tapas (brandende ijver), (d) svâdhyâya (zelfstudie, de bestudering van zichzelf of het Zelf) en (e) îsjvara pranidhânâni. Zie II.1.
33. Om schadelijke instinctieve neigingen te overwinnen moet men tegenovergestelde krachten (yama’s en niyama’s) cultiveren.
(...)
40. (a) Sjaucha, lichamelijke reinheid, leidt tot een verminderde behoefte aan contact met anderen.
41. Geestelijke reinheid, controle over de zintuigen, zorgt voor ekâgra (éénpuntige concentratie) en de geschiktheid om het zelf te aanschouwen (âtma darsjana).
42. (b) Santosja is de bron van de allerhoogste vreugde (sukha).
43. (c) Tapas vernietigt de onzuiverheden van lichaam en zintuigen, en geeft macht (siddhi).
44. (d) Svâdhyâya brengt je in contact met je persoonlijke godheid (istadevatâ).
45. (e) Îsjvara pranidhânâni maakt dat je slaagt om samâdhi te bereiken.

Yoga Sûtra, II.32-33, 40-45

Niyama bestaat uit:

[bewerk] De Regels

• Sauca staat voor de reinheid van het lichaam, maar zeker ook zuiverheid van denken en voelen.
• Santosa staat voor tevredenheid.
• Tapah staat voor ijver of soberheid.
• Svadhyaya staat voor onderzoek van het Zelf.
• Isvarapranidanani staat voor toewijding, overgave aan het Allerhoogste.

Zie ook yama.