Mozaraben
Mozaraben is de benaming voor de christenen welke leefden onder moslim-dominantie tijdens de Arabische bezetting van het Iberisch schiereiland, vanaf 711.
Voor de moslims waren ze, net als de Joden, dhimmis. Ze konden hun geloof verder belijden doch dienden een speciale belasting te betalen. De Mozaraben hadden een eigen bestuur en eigen rechtbanken. Bekering tot de islam werd aangemoedigd. Bekering tot het christelijke geloof of tot het jodendom was verboden. De bouw van nieuwe kerken werd niet toegelaten. De Mozaraben hadden hun eigen ritus, Visigotische ook Mozarabische ritus genoemd. Terzijde kan vermeld worden dat misviering volgens de Mozarabische ritus nog steeds gebeurt in één van de kapellen van de kathedraal van Toledo, dit met pauselijke toestemming. Een Mozarabische broederschap is er nog steeds actief.
Naarmate de reconquista, die was begonnen in de 10e eeuw, vorderde werden de Mozarabische christenen opgenomen in de nieuwe christelijke koninkrijken van Noord-Spanje. Er kwam ook een migratie naar het noorden op gang, zeker in tijden van vervolging.
De Mozaraben introduceerden in de noordelijke christelijke koninkrijken een bouwstijl welke beïnvloed werd door de Arabische wijze van bouwen. In de 10e eeuw werden kerken en kloosters in deze stijl gebouwd waarbij vooral het gebruik van de hoefijzervormige boog opvallend was. In de streek van León zijn enkele van deze bouwwerken bewaard gebleven onder andere de priorij van San Miguel de Escalada uit 913 en de kerk van Penabla de Santiago uit 937. Ook in Romaanse kerken vindt men mozarabische invloed. De Romaanse San Isidor kerk (11e/12e eeuw) in León heeft een gelobde boog.
De Mozaraben hebben invloed gehad op de taalontwikkeling in Spanje en Portugal. De Mozarabische taal bestond uit een geheel van Romaanse dialecten welke door het gewone volk in de moslimgebieden van het Iberisch schiereiland gesproken werden. Arabische woorden werden, via contact met de Arabieren, opgenomen. Deze variëteit van dialecten ligt aan de basis van de ontwikkeling van het Portugees, het Castiliaans (of Spaans), het Catalaans, en verklaart waarom deze talen veel woorden van Arabische oorsprong hebben. De noordwaartse migratie van de Mozaraben verklaart ook de aanwezigheid van Arabische toponiemen voor plaatsen waar de Arabische bezetting niet lang heeft geduurd.