Marcus Cornelius Fronto
Marcus Cornelius Fronto (100-170) was een Romeins grammaticus, rhetoricus en advocaat. Hij is geboren in een Italische familie in de gens Cornelia te Cirta in Numidia.
Hij kwam tijdens de regering van Hadrianus naar Rome. Hier vergaarde hij al snel vermaardheid als advocaat en redenaar, waarbij hij enkel Marcus Tullius Cicero als zijn meerdere moest erkennen. Hij vergaarde een groot fortuin, richtte prachtige gebouwen op en kocht de beroemde tuinen van Maecenas aan. Antoninus Pius, die Fronto's faam kende, stelde hem aan als tutor voor zijn adoptiezonen Marcus Aurelius en Lucius Verus.
In 142 was hij voor twee maanden consul, maar hij wees het proconsulaat van Asia af op grond van zijn gezondheid. Tijdens zijn latere jaren werd hij getroffen door de dood van al zijn kinderen, met uitzondering van één dochter. Zijn talenten als redenaar en rhetoricus werden ten zeerste bewonderd door zijn tijdsgenoten, waarvan enkelen een school stichten die naar hem Frontoniani gedoopt werd, die als doel had de antieke puur- en simpelheid van de Latijnse taal te herstellen in plaats van de overdrevenheid van de Griekse sofistische school.
De auteurs uit de Augusteïsche periode zijn ondergeäpprecieerd, terwijl Ennius, Plautus, Laberius en Sallustius als voorbeelden beschouwd werden. De voornaamste verdienste van Fronto is echter het feit dat hij voor ons fragmenten van antieke schrijvers heeft overgeleverd die anders voor ons verloren zou zijn gegaan. Tegenwoordig denkt men positiever van zijn invloed op de ontwikkeling van de Latijnse taal.