Marcus Aemilius Lepidus (consul in 6)
Belangrijkste leden van de gens Aemilia. | |
---|---|
Marcus Aemilius Lepidus1 is een kleinzoon van Lucius Aemilius Paulus, zoon van Cornelia Scipio, schoonbroer van Augustus' kleindochter Vipsania Iulia Agrippina en vader van Aemilia Lepida.
In 6 is hij consul samen met Lucius Arruntius.
Hij wordt door Tacitus genoemd als één van de door Augustus in zijn laatste gesprekken aangeduidde capaces imperii (cf. mogelijke opvolgers)a). Van deze capaces imperii is hij de enige die een natuurlijke dood is gestorven in 33b).
Hij verdedigde Gnaius Calpurnicus Piso2 op diens proces van de vergiftiging van Germanicus.
Lepidus krijgt zelf een complimentje van Tiberius, wanneer hij een dichter, beschuldigd van een crimen maiestatis (cf. majesteitsschennis), wil laten verbannen in plaats van executeren. Hij krijgt echter enkel de steun van één oud-consul, terwijl de rest van de senaat voor executie stemdec).
hij is nadien nog gouverneur van Pannonia, Hispania Tarraconensis en Asia. Wanneer Tiberius hem in 21 het gouverneurschap over Africa aanbiedt, weigert hij het aanbood, omwille van zijn slechte gezondheid en kinderen.
[bewerk] Voetnoten
[bewerk] Antieke bronnen
[bewerk] Beknopte bibliografie
W. Smith, art. Lepidus (23), in W. Smith (ed.), A dictionary of Greek and Roman biography and mythology, II, Londen, 1870, pp. 769-770.
Tacitus, Annales: I-VI, trad. comm. M.A. Wes, ‘s Hertogenbosch, 1999, p. 368.