Las Chicas Del Can - Merengue
Las Chicas Del Can is het beroemdste merengue-damesorkest uit Santo Domingo, Dominicaanse Republiek.
Het werd opgericht in 1982 en boekte vooral in de jaren '80 zeer veel grote hits. Nummers als El Negro No Puede, Sukaina, Culeca, Ta'Pillao, Fuego, Te Lo Doy, Amigo Travieso behoren nu tot de klassiekers van de merengue muziek. Gouden en platina singles en albums waren het gevolg.
Leadzangeres Belkis Concepcion ging in 1985 solo. Andere lead zangeressen Miriam Cruz (de ongekroonde koningin van de Merengue) en Eunice Betances kregen vocale steun van o.a. Luchy Betances (zusje van) en Veronica Medina die op haar beurt ook weer solo ging.
Vanaf 1993 gaat het orkest verder onder de naam Miriam Y Las Chicas. Van deze formatie komt nog hetzelfde jaar een succesvol album uit getiteld Nueva Vida met hierop de door Juan Luis Guerra geschreven hit Te Propongo. Ook het nummer La Loba wordt een hit en is zeer geliefd bij merengueliefhebbers. Een Europese tournee volgt nog ditzelfde jaar.
In 1994 wordt nog een grote hit gescoord met het nummer Con Agua de Sal. In 1995 volgt een nieuwe Europese tournee die zeer succesvol verloopt.
Intussen wordt door een manager die de naam 'Las Chicas Del Can' reeds had laten vastleggen snel een aantal nieuwe meisjes bij elkaar gezocht die ook onder deze naam furore zouden maken. De nieuwe leadzangeressen zijn nu Michell Flores, Adalgisa Baez en Florangel del Villar. Ook nu werden er weer grote hits gescoord: Voy Pa'Lla, Hacer El Amor Con Otro, Celoso, Explosivo en Sin Compromiso (1993).
In 1998, na nog twee albums (Botando Chispas (1994) en Derramando Suenos (1996)) gemaakt te hebben, valt deze tweede formatie uit elkaar en gaat leadzangeres Michell Flores solo.
Er wordt wederom een nieuwe formatie opgericht met nieuwe meisjes maar dit keer lukt het niet om de grote successen van de eerdere formaties te evenaren.
De eerste formatie Las Chicas Del Can (met frontladies Miriam Cruz, Eunice Betances en Theresa Dominguez) blijkt na al die jaren toch de sterkste te zijn en is uiteindelijk de enige die overleefd heeft.
