Jodenvervolging in de Rivierenbuurt
De Amsterdamse Rivierenbuurt draagt nog altijd de sporen van bezetting, vervolging, tirannie, maar ook van het verzet ertegen.
In de jaren dertig vluchtten veel Duitse joden naar Nederland om aan het Nazi-bewind te ontkomen. Onder hen waren ook Anne Frank en haar familie, die zich vestigden op Merwedeplein 37-2, in Amsterdam-Zuid.
De regering wilde alleen diegenen toelaten die in levensgevaar verkeerden. In overleg met het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen werd in 1933 bepaald dat de vluchtelingen de Nederlandse staat niets mochten kosten. De staat wilde alleen gevluchte joden opnemen die de economie konden stimuleren. Voor de opvang van vluchtelingen werd het door de Joodse gemeenschap gefinancierde Kamp Westerbork gebouwd. De Nederlandse joden moesten zelf voor hun geloofsgenoten zorgen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog telde Amsterdam tachtigduizend joden. De meesten leefden verspreid over de volgende wijken: Nieuwmarktbuurt, Transvaalbuurt en Rivierenbuurt.
Van de 17000 Joodse bewoners van de Rivierenbuurt zijn er 13000 vermoord
Bron(nen): |
|