Igbo (volk)
Met de Igbo wordt een groep volkeren aangeduid die in het tegenwoordige Nigeria leven. Hun taal wordt eveneens Igbo genoemd. Vroeger werden beide weergegeven als Ibo. De schrijfwijze Igbo wordt tegenwoordig als juister beschouwd.
Voor de komst van de Europeanen, was het besef van een aparte culturele identiteit bij de Igbo minder sterk ontwikkeld. De Europeanen beschouwden hen als een van de minder ontwikkelde etnische groepen. In tegenstelling tot hun Yoruba buren kenden de Igbo geen gecentraliseerd bestuur. Ze leefden in kleine democratisch georganiseerde autonome gemeenschappen.
De komst van de Britten na 1870 en de het toenemende contact tussen de Igbo en buurvolken leidde tot een verhoogd besef van een eigen Igbo etnische identiteit.
De Igbo omarmden het christendom en het westerse onderwijs vol enthousiasme.
Onder het Britse koloniaal bewind nam in Nigeria de diversiteit binnen de etnische groepen zelf af. De tegenstellingen tussen de verschillende groepen, zoals de Hausa en de Yoruba werden daarentegen sterker. In 1966 liepen politieke spanningen uit in een pogrom waarbij tienduizenden Igbos werden vermoord, in het bijzonder in het (islamitische) Noord-Nigeria.
Twee miljoen Igbos uit alle delen van Nigeria sloegen op de vlucht naar het land van hun voorouders. De crisis bereikte een hoogtepunt in mei 1967 met de afscheiding van de door Igbos gedomineerde ‘’Eastern Region’’ . Dit werd de Republiek Biafra die slechts stand hield tot januari 1970.
