Hofmeier
Door het stijgend aantal zwakke en jeugdige vorsten op de troon aan het einde van de Merovingische periode, zagen de hofmeiers hun kans om hun macht te vergroten.
De hofmeiers waren personen die aanvankelijk de hofhouding van de Merovingische vorsten beheerden. Ze namen geleidelijk de macht van hen over, waardoor er verschillende conflicten ontstonden. Het was uiteindelijk een familie van hofmeiers van Pippiniden (latere Karolingers) die de macht van de Merovingers overnam. Daarop volgde de definitieve machtsovername van Pepijn de Korte in 751 met goedkeuring van de paus.
[bewerk] Lijst van Hofmeiers van Austrasië, Neustrië en Bourgondië (548-751)
Austrasië | Neustrië | Bourgondië |
Parthenius ?-548 | ||
Servilio 565? | Audegisl 561?-567? | |
Badegisl 581? | ||
Florentianus 570?-590? | Waddo 584 | Warnachar I 596-599 |
Landericus 584-604 | Bertoald 599-605 | |
Protadius 605-606 | ||
Rado 613-617? | Gundeland 613-639 | Claudius 606-613 |
Chuc 617?-623? | Warnachar II 613-626 | |
Pepijn van Landen 623-639 | ||
Otto 640 | Aega 640-642 | Flaochad 642 |
Flaochad was de laatste hofmeier in Bourgondie. Na hem viel Bourgondie onder Neustrië
Austrasië | Neustrië |
Grimoald I 641-657 | Erchinoald 642-657 |
Wulfoald 662-675 | Ebroin 657-673 en 675-680 |
Leudesius 673-675 | |
Pepijn van Herstal 675-714 | Waratto 680-681 en 684-686 |
Ghislemar 681-684 | |
Berchar 686-687 | |
Nordebert 687-696 | |
Grimoald II 696-714 |
Na Theuoald was er nog maar één hofmeier voor het Merovingische rijk. |
Ragamfred 714-717 |
Karel Martel 717-741 |
Pepijn de Korte 741-751 met naast zich Carloman 741-747 |
In 751 verklaarde Pepijn de Korte zich tot koning van de Franken en kwam er een einde aan het hofmeierschap.