Hendrik Raspe
1204-1247 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Landgraaf van Thüringen | ||||||
|
||||||
Duits tegenkoning | ||||||
|
||||||
|
Hendrik Raspe (1204-1247) was een jongere zoon van landgraaf Herman I van Thüringen en Sophia van Beieren. De naam Hendrik Raspe werd in Thüringen gegeven aan jongere zoons van de landgraaf, die weliswaar meeregeerden, maar weinig echte macht hadden. De hier besproken Hendrik is Hendrik Raspe IV. Na het overlijden van zijn broer landgraaf Lodewijk IV van Thüringen, werd hij regent voor diens minderjarige zoon Herman II, die in 1241 zonder erfgenamen overleed. Hendrik Raspe werd dan landgraaf in 1241.
Hendrik trouwde met:
- Elisabeth van Brandenburg (-1231), dochter van Albrecht II van Brandenburg, in 1228,
- Gertrudis van Babenberg (1202-1241), dochter van hertog Leopold VI van Oostenrijk, in 1238,
- Beatrix van Brabant (1225-1288), dochter van hertog Hendrik II van Brabant, in 1241,
maar al deze huwelijken bleven kinderloos, zodat Hendrik Raspe bij de keizer tussenkwam om zijn neef Hendrik te belenen met Thüringen , na zijn dood. Zijn weduwe huwde nadien met graaf Willem II van Vlaanderen (1224-1251).
In 1246 werd Hendri Raspe verkozen tot tegenkoning. Hij was daarbij o.m. gesteund door paus Innocentius IV en door de aartsbisschoppen van Keulen en van Mainz. Na zijn overlijden brak een opvolgingsoorlog uit, die er toe leidde dat Thüringen naar Meißen ging en Hessen naar Brabant.