Handzaag

Een handzaag is een zaag met een veerkrachtig stalen zaagblad. Het behoort tot het gereedschap wat de houtbewerker, timmerman en meubelmaker altijd bij de hand heeft. Het blad is ca. 1 mm dik, 40 à 50 cm lang en taps toelopend ca. 10 cm breed met een handvat.

De tanden van de zaag (ca. 5 mm elk) zijn gezet, dat wil zeggen dat ze om beurten naar links en naar rechts zijn gebogen. De zetting bedraagt eenderde van de bladdikte naar links en eenderde naar rechts. Dit zorgt voor een bredere zaagsnede zodat het zaagblad niet in het hout klemt en vastloopt.

Om gemakkelijk te kunnen zagen dienen de tanden niet alleen gezet te zijn, maar ook scherp geslepen.

Als men hout in de lengte richting van de vezels wil zagen, dienen de tanden haaks gevijld te zijn. Het zijn eigenlijk kleine beiteltjes op een rij, die de houtvezels doorsnijden. Bij onder een hoek gevijlde tanden, tussen 65 en 75°, werken ze als een soort mesjes. Deze snijden de houtvezels overdwars door.

Tegenwoordig ziet men meestal zagen die zogenaamd universeel zijn: men kan ermee afkorten en mee schulpen, dat is zagen in de lengterichting van de vezels.