Diepzee
De diepzee is de benaming voor het deel van de oceanen (dieper dan circa 1000 meter) waar geen zonlicht doordringt en dus geen planten groeien. De diepten van de zee vormen de grootste leefomgeving op aarde. In deze totale duisternis leven veel bijzondere wezens, dieren die nergens anders gevonden worden. Ze zijn zo aangepast dat ze een waterdruk kunnen weerstaan die tot wel 1000 maal hoger is dan de luchtdruk op het land. Sommige diepzeevissen leven van dode dieren en planten die naar beneden zakken (zeesneeuw) Andere vissen hebben enorme kaken en lange terugstaande tanden om alles wat voorbij zwemt te grijpen en in te slikken. Deze vissen hebben grote, uitrekbare magen waardoor ze een prooi kunnen eten die groter is dan zijzelf. Op de bodem van de diepzee leven anemonen, wormen, zeekomkommers, slangsterren, krabben, garnalen en andere schaaldieren de modder, op zoek naar voedsel.
De meeste van de vissen die hier leven doen aan bioluminiscentie, dit wil zeggen dat ze hun eigen licht maken via een chemische reactie in lichaamsdelen die fotoforen worden genoemd. Het licht kan fel zijn, als een signaal van de vis die een partner zoekt, of gedempt, als camouflage in schemerlicht.
Enkele vissoorten die hier leven zijn diepzeepaling, hengelvis, vangtandvis, parelmoervis, addertandvis, lantaarnvis, zeelelie, zeekomkommer, diepzeeinktvissen en verschillende soorten anemonen.