De sprietatoom
De sprietatoom | ||
---|---|---|
Stripreeks | Suske en Wiske | |
Scenario | Willy Vandersteen | |
Tekeningen | Willy Vandersteen |
De sprietatoom is een stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Nieuwe Standaard van 15 mei 1946 tot en met 27 september 1946. De eerste albumuitgave was in 1948.
Inhoud |
[bewerk] Het verhaal
Suske en Wiske gaan er na hun avontuur op Amoras met de rugzak op uit om te kamperen in de Kempen. Wanneer ze 's nachts worden overvallen door noodweer kloppen ze bij een boer aan, waar ze in de stal mogen slapen. Wiske, die in haar slaap naar haar popje Schalulleke grijpt, krijgt echter een levend klein mannetje te pakken, dat om "Savantas" schreeuwt en er vandoor gaat. Suske en Wiske volgen het mannetje naar een donkere molen. Ze dringen er binnen en zien dat het mannetje door een hand wordt beetgepakt. Wanneer ze verder doordringen in de molen komen ze grote ladingen spriet tegen. Omdat ze het mannetje noch de eigenaar van de hand aantreffen keren ze terug naar de hoeve, maar vinden hun rugzakken buiten de deur. De boer doet niet meer open en ze besluiten naar huis terug te keren.
Tante Sidonia gelooft hun verhalen niet, maar heeft wel een verrassing voor hen. Een geschenk van professor Barabas, omdat ze hem het leven hebben gered op Amoras. Het is een klein autootje, genaamd Vitamitje, dat rijdt op etenswaren. Suske en Wiske maken er een ritje mee naar het landgoed van de professor. Het landgoed is zeer goed beveiligd, zozeer zelfs dat de professor in zijn eigen wolfsklem terechtkomt. De kinderen weten hem te bevrijden en de professor legt uit, waarom hij zijn landgoed heeft beveiligd. Hij heeft een uitvinding gedaan, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Het is hem gelukt om spriet te splitsen en weer samen te voegen, waardoor er zeer veel energie vrijkomt. Met behulp van een geheime formule kun je met bestraling van gloeiende sprietatomen mensen, dieren en voorwerpen tot wel honderd maal verkleinen, al naar gelang de duur van de bestraling. De formule is echter gestolen en wel door de helper van de professor. En dit blijkt niemand anders te zijn dan Savantas.
Suske en Wiske beloven de professor de formule terug te halen en keren met Vitamitje terug naar de molen. Onderweg komen ze een zonderlinge man tegen, die zich in een boom schuil houdt. Later blijkt dit niemand anders te zijn dan Lambik. In de molen worden de kinderen overvallen door Savantas, die hen aan het molenrad bindt. Hij vertelt dat hij de formule gegraveerd heeft aan de binnenkant van een sigarettenkoker. Hij wil geheel België verkleinen en er zo over heersen. Savantas gaat er vandoor en de kinderen weten ternauwernood te ontkomen. Ze gaan Savantas achterna met Vitamitje.
Er volgt een tweede ontmoeting met Lambik, die zich deze keer in een regenton schuilhoudt. Het blijkt, dat hij door professor Barabas is ingehuurd om Savantas te vinden, maar hij is nogal verstrooid. Ze keren terug naar de professor, waar ze hun hoofdkwartier gaan inrichten. Vanuit het hoofdkwartier gaan Suske, Wiske en Lambik met Vitamitje op zoek naar Savantas. Achtereenvolgens komen ze in Antwerpen, Mechelen, Brussel en Volendam. Vitamitje is voorzien van een radioinstallatie waarmee ze in contact blijven met professor Barabas en tante Sidonia. De professor heeft ook een nieuwe uitvinding gedaan: een raket, waarmee hij materiaal kan verzenden. Lambik wordt na een misverstand weer terug naar huis gezonden. Suske en Wiske gaan verder, ditmaal naar Gent. Savantas houdt zich schuil in het Gravenkasteel en verkleint met het sprietatoomtoestel iedereen die naderbij komt.
Suske en Wiske laten per raket een touwladder komen. Per ongeluk belandt ook Lambik op de raket en landt op het Gravenkasteel, waar hij door Savantas wordt verkleind en in ene pot gestopt. Suske en Wiske laten zich van een afstand ook verkleinen en geraken het kasteel binnen door de slotgracht over te steken per klomp en via een gaatje in de muur naar binnen te dringen. Ze ontsnappen ternauwernood aan een hongerige spin op de rug van een vlieg. Wanneer ze weer groot worden kunnen ze Lambik bevrijden, maar Savantas ontvlucht weer.
Een nieuwe achtervolging brengt de vrienden eerst naar de sprietvelden van Moll in de Kempen, die ze willen opkopen. Alle spriet is echter al door Savantas opgekocht en naar de Grotten van Han verstuurd. Hier aangekomen stuurt professor Barabas nog een nieuwe uitvinding, het stopstraalkanon, waarmee je personen kunt stilzetten. Savantas is van plan om heel België te verkleinen en onder te brengen in de grotten. Suske, Wiske en Lambik weten dit te voorkomen en Savantas vlucht opnieuw. Ditmaal naar de ruïnes van de abdij van Villers-la-Ville. Ze bemachtigen er het sprietatoomtoestel en verkleinen Savantas. Deze wordt vervolgens door een vogeltje opgegeten. Als ze uiteindelijk thuis geraken, legt het vogeltje een ei. Uit het ei komt de geest van Savantas. Wiske zuigt deze geest met een stofzuiger op en laat hem buiten wegwaaien. De geest geraakt noch de hel noch de hemel in en moet eerst zijn slechte daden goed maken. Dat doet hij door de professor te laten inzien dat zijn uitvindingen de wereld slechts onheil kunnen brengen en dat hij ze moet vernietigen. Dat lukt en Barabas vernietigt zijn hele laboratorium en wil voortaan gedichten gaan schrijven.
[bewerk] Achtergronden bij het verhaal
In dit verhaal maken Suske en Wiske kennis met Lambik. Hij is hier vooral nog erg verstrooid, heeft vier à vijf haren achter beide oren en houdt van een stevige pint.
Tevens doet professor Barabas diverse uitvindingen, zoals het sprietatoomtoestel, een raket, het stopstraalkanon en het voedsel-etende autootje Vitamitje. De eerste drie worden aan het einde van het verhaal vernietigd, maar Vitamitje zal in latere avonturen weer meespelen. Opvallend is dat na de rakettank uit De avonturen van Rikki en Wiske Vandersteen nu opnieuw gevaarlijke uitvindingen de avonturen laat bepalen. Het is duidelijk dat België nog maar net bekomen is van de oorlog en op zoek is naar middelen om zich te verdedigen.
Het gehucht Rauw, gemeente Mol (in het album gespeld als Moll), wordt in de Tweede Wereldoorlog bekend om zijn winning van spriet. Wanneer in 1928 het Maas-Scheldekanaal wordt verbreed halen de arbeiders brokken bruine grond naar boven. Deze goedkope brandstof wordt vooral in de oorlog gewild, vanwege de kolenschaarste.
[bewerk] Uitgaven
Publicaties | |||||
---|---|---|---|---|---|
Krant / Tijdschrift | Nummer | Publicatiedatum | Voorganger | Opvolger | |
De Nieuwe Standaard | 3 | 15 mei 1946 - 27 september 1946 | Op het eiland Amoras | De vliegende aap |
Albumuitgaven | |||||
---|---|---|---|---|---|
Stripreeks | Nummer | Eerste druk | Voorganger | Opvolger | |
Vlaamse ongekleurde reeks Vlaamse tweekleurenreeks Hollandse tweekleurenreeks Vierkleurenreeks Strip klassiek In de ban van Willy Vandersteen Suske en Wiske Collectie Rode klassiek reeks bijlage S&W weekblad Lambik Familiestripboek Originele Verhalen Speciale uitgave Lambik Trilogie uitgave VUM-groep |
3 42 31 107 4 3 11 3 1 2 3 |
1948 1960 1961 september 1970 september 1981 augustus 1984 1986 10 juni 1993 juli-augustus 1996 maart 1997 1998 20 september 2000 20 december 2003 18 februari 2005 |
De vliegende aap De wolkeneters De wolkeneters De charmante koffiepot De vliegende aap Op het eiland Amoras De vliegende aap |
De koning drinkt De klankentapper De klankentapper Twee toffe totems De koning drinkt De vliegende aap De koning drinkt |
[bewerk] Achtergronden bij de uitgaven
De publicatie in De Nieuwe Standaard begon met een aankondiging van 2 stroken op 15 mei 1946, waarna het verhaal volgde in 226 stroken.
Het verhaal verscheen in album in de Vlaamse ongekleurde reeks in 1948. Voor deze albumuitgave zijn 6 stroken weggelaten, zodat het verhaal in een album van 55 bladzijden paste. De stroken over de reis op de rug van een vlieg en de sprietatoomvelden te Moll zijn weggelaten.
Het verhaal is in 1970 als nummer 107 in de vierkleurenreeks uitgebracht. Voor deze versie is het geheel hertekend, waarbij alle figuren getekend zijn in de stijl van die tijd.
In 1993 verscheen het verhaal in de Rode Klassiek reeks in de oorspronkelijke krantenversie. Hierbij werden de oorspronkelijke stroken dus voor het eerst gepubliceerd en ook de Vlaamse taal werd gebruikt.