De Nieuwe Meer
De Nieuwe Meer is een meer ten zuidwesten van Amsterdam. Het vormt de verbinding tussen de Schinkel aan de kant van Amsterdam en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. De Schinkel staat in open verbinding met de kanalen in Amsterdam-Zuid, en dus ook met de grachten van Amsterdam.
De Nieuwe Meer vormt met het Amsterdamse Bos één geheel.
In de jaren 1950 werd De Nieuwe Meer aan de noordzijde sterk vergroot door zandwinning. Een groot deel van de Riekerpolder werd hiervoor vergraven. Ook de Riekermolen uit 1636 moest in 1956 hiervoor verdwijnen en verhuisde naar de Amstel bij de Kalfjeslaan. Het gewonnen zand werd gebruikt voor de ophoging van de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam. Sindsdien heeft het meer een diepte tot zo'n 35 meter.
De Nieuwe Meer wordt vooral voor recreatievaart en recreatievisserij gebruikt. Vooral 's zomers wordt De Nieuwe Meer druk bevaren. In de weekenden in de zomermaanden is er een veerverbinding tussen de noordoever en de zuidoever.
In de vaarroute voor de goederenvaart richting de Amsterdamse binnenstad vormt het meer de verbindende schakel tussen de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en het riviertje de Schinkel. Aan de overkant van de Ringvaart, tegenover De Nieuwe Meer, ligt de buurtschap Nieuwe Meer.
Vissoorten in De Nieuwe Meer zijn baars, snoek, witvis, en paling. Door vervuiling komt de snoekbaars er bijna niet meer voor.
Het nabijgelegen knooppunt De Nieuwe Meer in de A4 en A10 is naar het meer genoemd.
