Cotonou
Cotonou is de grootste stad van Benin, gelegen in het zuiden van het land aan de Golf van Guinee. In 1992 had de stad 536.827 inwoners. Het is Benins belangrijkste zeehaven en een commercieel centrum. Tevens is het de regeringszetel, alhoewel Porto-Novo de eigenlijke hoofdstad is. De luchthaven van Cotonou en weg- en spooraansluitingen hebben ervoor gezorgd dat Cotonou ook het vervoerscentrum van het land is.
[bewerk] Economie
In Cotonou zijn kleinschalige industrieën gevestigd, zoals palmolieverwerkingsbedrijven, brouwerijen, textiel, cement en andere bouwmaterialen, aluminium, dranken en verwerkte zeevruchten. Ook worden in de stad motorvoertuigen en fietsen geassembleerd en zijn er zaagmolens. Cotonou is een distributiecentrum voor aardolieproducten. Ook worden er bauxiet en ijzer uitgevoerd, hoofdzakelijk naar Guinee.
[bewerk] Geschiedenis
Cotonou was oorspronkelijk een kleine staat die door het koninkrijk van Dahomey werd overheerst. In 1851 sloten de Fransen een verdrag met de Dahomeese koning Gezo, die hen toestond om een handelpost in Cotonou te vestigen. In 1883 bezette de Franse marine de stad om eventuele Britse ambities in het gebied te verhinderen. De haven werd vergroot en gemoderniseerd in de jaren '60.
[bewerk] Onderwijs
Cotonou heeft onderzoekinstituten betrokken bij textiel, tropische landbouw en geologie.