Computernetwerk
-
- Voor info over thuisnetwerken, zie thuisnetwerk
Een computernetwerk is een systeem voor communicatie tussen twee of meer computers. Zie ook datacommunicatie netwerk Er zijn zowel computernetwerken waarbij de computers communiceren via fysieke elektrische kabels of glasvezelkabels, als draadloze netwerken. In de topologieën van netwerken worden fysieke en logische topologieën onderscheiden. Globaal spreekt men van een LAN waarop computers binnen één gebouw of complex aangesloten worden en een WAN om verbinding te leggen over grotere afstanden.
Internet- en netwerkprotocollen | |
---|---|
Toepassingslaag | DNS FTP HTTP HTTPS IMAP IRC NNTP POP3 RTP SIP SMTP SNMP SSH SSL Telnet UUCP |
Transportlaag | DCCP SCTP TCP UDP |
Netwerklaag | ARP ICMP IGMP IPv4 IPv6 |
Datalinklaag | ATM Ethernet FDDI PPP Token ring Wi-Fi |
volgens het TCP/IP-model |
[bewerk] Het lagenmodel
Voor computernetwerken is het meest gebruikelijke model het OSI-model. Het TCP/IP-protocol is het meest gebruikte protocol op de 3e laag (IP) en de vierde laag (TCP) van het OSI-model.
Het OSI-model kent 7 lagen (eigenlijk 8 want laag 2 is later opgesplitst in twee lagen): 7-Application, 6-Presentation, 5-Session, 4-Datalink, 3-Network, 2b-Logical Link Layer, 2a-Media Access Layer en 1-Physical Layer.
- Algemeen: het ISO-OSI en DoD model
- Applicatie (voorbeeld HTTP, FTP, telnet, DNS, etc)
- De applicatielaag bevat de gebruikersinterface en andere noodzakelijke onderdelen.
- Presentatie (voorbeeld HTTP, FTP, telnet, DNS, etc)
- De presentatielaag biedt de mogelijkheid om twee applicaties met elkaar te kunnen laten communiceren
- Sessie (voorbeeld HTTP, FTP, telnet, DNS, etc)
- De sessielaag biedt de mogelijkheid om een verbinding te leggen tussen twee applicaties.
- Transport (voorbeeld TCP, UDP)
- Netwerk (voorbeeld IP)
- De netwerklaag zorgt ervoor dat alle computers binnen een netwerk elkaar kunnen bereiken.
- Meest voorkomende adressering: IP-adres
- vb: 192.168.1.123
- Data-link (voorbeeld Ethernet, Wi-Fi)
- De datalink laag regelt de communicatie tussen twee onderdelen (computers of hubs etc.)
- Meest voorkomende adressering: MAC-adres
- vb: 00-03-0D-20-D0-88
- Fysiek (voorbeeld Ethernet (gedeeltelijk))
- De fysieke laag is letterlijk de bekabeling tussen twee onderdelen (computers of hubs etc.)
- Applicatie (voorbeeld HTTP, FTP, telnet, DNS, etc)
[bewerk] Topologieën
- Point-to-point - Twee computers verbonden met een kabel
- Voordeel: Eenvoudig te realiseren
- Nadeel: Maximaal 2 computers per netwerk
- Bus - Alle computers op één kabel.
- Voordeel: Eenvoudig te realiseren en meer dan twee computers per netwerk mogelijk
- Nadeel: Trage verbinding bij veel computers
- Ster - Alle computers hebben een kabel naar een centraal punt
- Voordeel: Snelle verbinding bij veel computers
- Nadeel: Veel bekabeling nodig
- Ring - De computers zijn met elkaar verbonden en vormen samen een ring.
- Voordeel: Snelle verbinding met weinig bekabeling
- Nadeel: Lange toegangstijd bij veel computers: Het duurt even voordat de snelle verbinding beschikbaar komt.
- Hybride – Een mengeling van bovenstaande vormen.
- Voordeel: Men kan het netwerk toespitsen op de wensen en eisen van de gebruiker
- Nadeel: Het is niet erg overzichtelijk