Auke Pattist
Auke Pattist (9 oktober 1920 - Oviedo maart 2001) was een Nederlandse oorlogsmisdadiger. Zijn bijnaam was de Beul van Drenthe.
Auke Pattist werd geboren in Bilthoven. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog was Auke Pattist politieagent in Amsterdam. Daar deed hij actief mee aan razzia's op ondergedoken joden. Pattist werd lid van de SS en vocht met de Duitsers mee aan het Oostfront. Later nam hij de Duitse nationaliteit aan. In 1944 keerde hij als officier bij de Waffen SS terug naar Nederland. In Hollandscheveld werd hij actief bij het opsporen van joden en onderduikers. Hij was berucht vanwege zijn omgang met gevangenen, waarbij hij regelmatig martelingen en schijnexecuties toepaste. Hoewel Auke Pattist voor zover bekend zelf geen gevangenen heeft omgebracht, werd hij verantwoordelijk gehouden voor de dood van veel van zijn gevangenen.
Na de oorlog werd Auke Pattist gearresteerd en gevangengezet. Hij wist echter in 1946 te ontsnappen uit de gevangenis van Arnhem. Hij vluchtte naar Duitsland en kwam in 1956 in Spanje terecht. De toenmalige dictator Franco verleende hem het staatsburgerschap. In Nederland was hij inmiddels bij verstek tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld voor mishandeling en landverraad.
Lange tijd was Auke Pattist onvindbaar voor de Nederlandse justitie. De amateur-historicus Albert Metselaar uit Drenthe kwam echter achter het adres van Pattist in Spanje. Nazi-jager Simon Wiesenthal plaatste Auke Pattist hierop op de lijst van internationaal gezochte oorlogsmisdadigers. De Spaanse autoriteiten weigerden echter Pattist uit te leveren.
In maart 2001 overleed Auke Pattist op 80-jarige leeftijd in zijn woonplaats Oviedo. De Spaanse autoriteiten deden nog onderzoek naar de toedracht van zijn overlijden.