Albrecht Rodenbach
Albrecht Rodenbach (Roeselare, 27 oktober 1856 – Roeselare, 23 juni 1880) was een Vlaams schrijver.
Albrecht alias Berten Rodenbach was de oudste van 10 kinderen geboren tussen 1856 en 1872. Zijn vader Julius Rodenbach (1824-1915) kwam met zijn oom Alexander Rodenbach (de stichter van de brouwerij Rodenbach) uit een Duitse adellijke familie (uit Andernach aan de Rijn) die zich sinds 1749 te Roeselare gevestigd had. Zijn moeder Silvia de la Houttre (1834-1899), van origine een Waalse geboren te Doornik, maakte zich vanaf haar zevende het Vlaams eigen toen ze in Roeselare kwam wonen. Berten was ook een neef (kozijn) van de schrijver Georges Rodenbach die oa. Bruges-la-Morte schreef.
Vanaf het moment dat Rodenbach in 1876 naar de Katholieke Universiteit Leuven ging, begon hij met een andere jonge dichter, Pol de Mont, de idealen te promoten van een hernieuwd Vlaams bewustzijn onder de studenten. Hij verzette zich met name tegen het gebruik van het Frans in het onderwijs, terwijl de voertaal van de burgerbevolking Vlaams was.
Hugo Verriest was één van zijn leraars aan het Klein Seminarie in Roeselare. Rodenbach schreef poëzie, proza en toneelwerken. Hij droeg het Vlaams bewustzijn in Vlaanderen rond en stichtte tal van studentenbonden en toneelmaatschappijen.
Rodenbach stierf in Roeselare op 23 juni 1880 aan de tering, 23 jaar oud.
Inhoud |
[bewerk] Bekende gedichten
- De Blauwvoet
- Klokke Roeland
- Het kerelskind
[bewerk] Studentenleider
Albrecht Rodenbach liep school in het Klein-Seminarie van Roeselare. Daar werden hij en zijn medeleerlingen begeesterd door enkele priester-leraars, van wie de belangrijkste Hugo Verriest, oud-leerling van Guido Gezelle, was. Verriests pleidooi voor een katholieke Vlaamse Beweging sloeg aan bij Rodenvach en zijn medeleerlingen. Geïnspireerd door Consciences roman Kerels van Vlaanderen raakten de Roeselaarse leerlingen in de ban van de kerelsromantiek. De Kerels waren vrije boeren die streden tegen de verachtelijke Isegrims, maar uiteindelijk aan het kortste eind trokken. Rodenbach verheerlijkte hen in zijn Kerelsliederen. Hieruit kwam de leuze: "Vliegt de Blauwvoet! Storm op zee!" Vandaar kreeg deze beweging de naam blauwvoeterij. Deze Vlaamsgezindheid werd door de kerkelijke overheid echter niet altijd geapprecieerd. Het kwam uiteindelijk tot een conflict tussen studenten en schooloverheid dat de geschiedenis zal ingaan als "De Groote Storinghe".
Ondertussen hadden de Roeselaarse oud-leerlingen Amaat Vyncke en Zeger Malfait het tijdschrift De Vlaamsche Vlagge boven de doopvont gehouden. Dit predikte een anti-liberalisme en kwam op voor de Vlaamse volkstaal. Dit tijdschrift kan beschouwd worden als een eerste stap naar een georganiseerde studentenbeweging. Het tijdschrift werd een spreekbuis van de studentenbeweging die in heel Vlaanderen tot ontwikkeling kwam. Er kwamen immers ook brieven bij de redactie van studenten uit andere bisdommen. Uit die contacten begon het idee van een overkoepelende studentenbeweging te rijpen. De Algemene Studentenbond werd in 1877 opgericht. De stichters en leidende figuren waren Albrecht Rodenbach, Pol De Mont uit het Klein-Seminarie van Mechelen en Amaat Joos uit het Klein-Seminarie van Sint-Niklaas. Rodenbach werd tot algemeen voorzitter verkozen en zou vanaf dan op de voorgrond treden als groot bezieler van de overkoepelende studentenbeweging. Hij zette de grote lijnen uit die de katholieke studentenbeweging nog lang na hem zou blijven volgen. Hij propageerde een romantisch getint Vlaams bewustzijn. Centraal hierin stond de boodschap van Gezelle en Verriest “Wees Vlaming dien God Vlaming schiep”: de scholieren dienden gevormd te worden tot authentieke - en dus katholieke - Vlamingen die in de Vlaamse strijd hun verantwoordelijkheid zouden opnemen.
Tegenwerking van de kerkelijke overheid, onenigheid en provinciale tegenstellingen bespoedigden echter de teloorgang van deze eerste overkoepeling. Rodenbachs vroegtijdige dood in 1880 gaf de genadeslag. Onder meer door die vroegtijdige dood zou de "wonderknape" Rodenbach een mythische figuur worden naar wie later vaak werd verwezen.
Het latere AKVS beriep zich op Rodenbachs erfenis en ook voor KSA blijft hij een inspirerende figuur. Die vierde zijn honderste geboortedag in het Rodenbachjaar 1956 met een nieuwe koppelriem waarop de blauwvoet prijkt en die nog steeds in gebruik is.
[bewerk] Bibliografie
Werken
Uitgaven
- 1909 L. van Puyvelde (ed.), Gedichten
- 1930 F. Rodenbach (ed.), Gedichten
- 1942 R.F. Lissens (ed.), Brieven
- 1944 R.F. Lissens, Nieuwe R.-briefwisseling in Feestbundel H.J. van de Wijer, dl. II
- 1957-1960 F. Bauer (ed.), Verzamelde werken
- 1980 Bloemlezing uit de gedichten
- 1980 Eerste gedichten
- 2002 Albrecht Rodenbach, Biografie Romain Vanlandschoot ISBN 90-209-4071-6
Bron(nen): |
|