Absolute fout

In de statistiek is de absolute fout van een meting het (absolute) verschil tussen een gemeten waarde (een benadering van de werkelijkheid) en het bijbehorende exacte getal (de juist waarde).

Meer formeel geldt dat bij een exacte waarde a en een benadering b de absolute fout gelijk is aan

ε = a – b.

Merk op dat een absolute fout negatief kan zijn. Het begrip heeft dan ook niets te maken met een absolute waarde. Het woord "absoluut" slaat op het feit dat de fout niet wordt gerelativeerd aan de grootte van de exacte waarde. Naast de absolute fout kan men spreken over de relatieve fout, die het percentuele verschil tussen meting en werkelijkheid uitdrukt.

Fouten bij statistische data worden onder andere veroorzaakt door afrondingsfouten (bijvoorbeeld π ≈ 3,14159), meetfouten (niet-precieze meetapparatuur) en een bias in een steekproef. Een grote fout kan een teken zijn van een slecht opgezette steekproef.