Zwijgrecht
Het zwijgrecht is het recht van een verdachte om te zwijgen op vragen van de gerechtelijke autoriteiten.
Het zwijgrecht vloeit voort uit het beginsel van nemo tenetur prodere se ipsum, wat letterlijk "niemand is gehouden tegen zichzelf (bewijs) te leveren" betekent en het beginsel van 'nemo cogitur' wat "niemand wordt gedwongen (tegen zichzelf bewijs te leveren)" betekent.
[bewerk] Situatie in Nederland
In Nederland heeft elke verdachte het recht te zwijgen op vragen van de politie en het OM, tijdens verhoor of het onderzoek ter terechtzitting.
Hierop zijn twee uitzonderingen van toepassing:
- Een verdachte moet meewerken aan een bloedproef (bij een verdenking van alcoholgebruik in het verkeer)
- Een verdachte moet meewerken aan het afstaan van bijvoorbeeld slijm, huidschilfers of haar ten behoeve van een DNA-test. Een dergelijke DNA-test kan alleen verlangt worden op verzoek van de Officier van Justitie en bij bevel van de Rechter-commissaris. Tevens moeten er ernstige bezwaren bestaan jegens deze verdachte en moet voorlopige hechtenis voor het vermeende delict op te leggen zijn