Zilvernitraat
Zilvernitraat | |
---|---|
|
|
Molecuulformule | AgNO3 |
Smiles | |
IUPAC | |
Andere namen | |
CAS-nummer | 7761-88-8 |
EINECS-nummer | 231-853-9 |
EG-nummer | |
VN-nummer | 1493 |
Beschrijving | |
Vergelijkbaar met | AgCl, AgBr, AgI |
|
|
C, corrosief; N, milieugevaarlijk |
|
Carcinogeen | |
Hygroscopisch | nee |
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: R34, R50/53 |
Omgang | |
Opslag | bewaren in het donker (product is lichtgevoelig!), verwijderd houden van hitte, vonken, open vlammen en brandbare producten (AgNO3 kan ontbinden met vorming van zuurstofgas) |
ADR-klasse | klasse 5,1 PG II |
MAC-waarde | 0,01 mg/m³ |
LD50 (ratten) | (oraal) 1173 mg/kg |
LD50 (konijnen) | mg/kg |
MSDS-fiches | |
|
|
Aggregatietoestand | vast |
Kleur | kleurloos tot wit |
Dichtheid | 4,352 g/cm³ |
Molmassa | 169,87 g/mol |
Smeltpunt | 212 °C |
Kookpunt | (ontbindt bij) 440 °C |
Vlampunt | °C |
Zelfontbrandingstemperatuur | °C |
Dampdruk | Pa |
|
|
Oplosbaarheid in water | 2160 g/L |
Goed oplosbaar in | water |
Slecht oplosbaar in | ethanol |
Onoplosbaar in | |
Dipoolmoment | D |
Viscositeit | Pa·S |
Kristalstructuur | |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
C |
J/mol·K |
Evenwichtsconstanten | |
Klassieke analyse | |
Spectra | |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
Zilvernitraat (AgNO3) ontstaat wanneer zilver opgelost wordt in salpeterzuur HNO3. In tegenstelling tot de zilverhalogeniden AgCl, AgBr en AgI is het een goed oplosbaar zout. Wanneer een zilvernitraatoplossing gevoegd wordt bij een oplossing van keukenzout (NaCl), slaat het slecht oplosbare zilverchloride neer:
-
- Ag+ + Cl- => AgCl
Zilvernitraat wordt ook wel helse steen genoemd. Het ziet eruit als kleurloze, heldere kristallen. In contact met de vochtige huid dringt er zilverzout binnen dat daarna door het licht of anti-oxydanten wordt ontleed, zoals veel zilverzouten (zie fotografie) waarbij er, naast salpeterzuur, fijnverdeeld zilver wordt gevormd. De huid kleurt dan zwart. Het vindt in deze vaste vorm als 'helse steenstift' nog wel toepassing bij het aanstippen van wratten of wild vlees, en tot voor kort werd een oplossing van zilvernitraat gebruikt om oogjes van pasgeborenen mee in te druppelen (methode van Crédé) ter voorkoming van ophthalmia neonatorum. Dit werkt goed, maar als het flesje te lang open had gestaan werd de oplossing door verdamping wel eens te geconcentreerd wat tot oogschade kon leiden. Deze profylaxe is daarom in Nederland verlaten.
Het nitraat is de meest gangbare vorm waarin zilver als een oplosbare verbinding wordt verhandeld en in het laboratorium wordt gebruikt.