Zandsteen
Zandsteen is een sedimentair- of afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit zandkorrels. Bij sedimentatie van zandkorrels worden ook silt, kalk, grind, glimmers, veldspaat en andere gesteentefragmenten afgezet. Door verwering wordt een van oorsprong geelbruine zandsteen grijs. Het voorkomen van bepaalde oxides en andere mineralen kleurt varianten bruinrood.
Zandsteen werd in Nederland en België vrij veel toegepast als bouwmateriaal. In Nederland vooral de zandsteen uit Bentheim en de, door het grote kalkgehalte, fijnkorrelige Baumberger zandsteen, die zeer geschikt was voor sculpturen.
Sinds 1951 is het bewerken van zandsteen in Nederland verboden, vanwege de grote hoeveelheid kwartsstof die bij het hakken vrijkomt. Dit veroorzaakt de longziekte silicose. Sinds die tijd wordt oude zandsteen bij restauraties vaak vervangen door Vaurion (Massangis). Dit verweert echter veel lichter. Daarom wordt ook wel gekozen voor de donkere steensoorten Peperino of Basaltlava.
In Nederland komt zandsteen aan de oppervlakte in het oosten van Twente, bij Winterswijk en in Limburg. In de rest van Nederland is nog niet voldoende diagenese opgetreden om zandsteen te krijgen.
Zandsteen heeft een zekere mate van porositeit en kan daardoor een goed reservoir voor grondwater of olie/gas zijn. De meeste reservoirs van de olie- en gasvelden van de Noordzee en ook Slochteren zijn zandstenen. De Slochteren zandsteen is een in het Rotliegend afgezet eolische zandsteen.
Vier eeuwen lang, van 1450 tot 1850, werd zandsteen voornamelijk vanuit Bad Bentheim naar Nederland getransporteerd over de Overijsselse Vecht. Door de hoge kosten van het vervoer, werd de steen voornamelijk toegepast in belangrijke gebouwen. Het Paleis op de Dam is bijvoorbeeld gebouwd van Bentheimer zandsteen. Door de uitvinding van de trein kwamen er vele exotische steensoorten op de markt. Dit betekende het einde voor de handel in 'Bentheimer Gold'.