Wiraqocha
Wiraqocha of Viracocha (Quechua voor Vet Meer) was de oppergod bij de Inca's. Hij was ook de scheppingsgod die het heelal bezielde door iedereen leven in te blazen. Als een enigszins afstandelijke god liet hij de dagen van alledag over aan andere goden zoals Inti en Illapa.
Hij werd alleen geëerd bij de kroning van een koning en die offers waren vooral kinderoffers.
[bewerk] Mythisch wezen
Wiraqocha wordt beschouwd als een mythisch wezen. In Tiwanaku, gelegen nabij het Titicacameer, staan nog steeds enorme beelden die Wiraqocha, de scheppingsgod, voorstellen. Opvallend aan deze markante beelden zijn de grote ogen van Wiraqocha. In zijn handen draagt hij meestal een afbeelding van de jaguar en van de tweekoppige slang. Het is een misverstand dat de ogen van Wiraqocha verwijzen naar de zon en de maan. De ogen van Wiraqocha lijken te verwijzen naar een gelijktijdige (heliacale)opkomst van Regulus ("de koning": de belangrijkste ster in het Sterrenbeeld Leeuw. Gedurende vele eeuwen konden Regulus en Venus, eens in de bijna 8 jaar (meestal op een dag na) min of meer parallel, in het vroege ochtendlicht aanschouwd worden. De opkomende zon vervaagde echter in de loop van de ochtend deze 'beide ogen' van de belangrijkste Inkagod. De balangrijkste scheppingsgod verwijst naar een belangrijk element in de Maya- en Inka-astronomie: de zogenaamde Venuskalender.
[bewerk] Bewijs
Het bewijs voor het bestaan van de relatie tussen Wiraqocha en de planeet Venus en ster Regulus kan gevonden worden in het tegenwoordige Bolivia (ook Tiwanaku ligt tegenwoordig in Bolivia. Op de gebeeldhouwde heuvel 'El Fuerte' (Spaans voor 'Het Fort'), nabij plaatsje Samaipata, wijzen twee evenwijdige geulen naar een plaats aan de hemel. Dit gedeelte van de heuvel wordt 'El Cascabel' genoemd (Spaans voor 'De rug van de (ratel)slang'. Direct naast de evenwijdige sporen zijn 262 ruiten in de heuvel gegraveerd die verwijzen naar bekendheid met de Venuskalender.
Om dit te verduidelijken hierover het volgende: Venus heeft een omlooptijd van 584 dagen. Dit heeft een verhouding tot de de lengte van ons jaar (circa 365 dagen)van 5 staat op 8.
In andere woorden: In circa 8 jaar verschijnt Venus 5 maal aan de horizon tenminste als wij braaf, vanaf een vaste plek, iedere ochtend bijvoorbeeld bij zonsopgang, de hemel zouden observeren. Dit is de functie van El cascabel op El Fuerte. Echter in die 5*584 dagen is Venus niet alleen ochtendster maar ook avondster. En in de overgang van ochtendster naar avondster of van avondster naar ochtendster is Venus ook nog een periode onzichtbaar. Voor El Cascabel op El Fuerte zou dit betekenen dat Venus 262 dagen zichtbaar is als ochtendster (El Cascabel is georienteerd op het Oosten)en dat de avondster met de overgangen 282 dagen in beslag neemt. Ter illustratie: in de zogenaamde Dresden Codex van de Maya's (bron: Anthoni Aveni, Stairway to the stars, p. 117) wordt gesproken over een zichtbaarheid in dagen van de morgenster Venus van 236 dagen, een onzichtbaarheidsperiode als gevolg van de zon van 90 dagen, een zichtbaarheid als avondster van 250 dagen en daarna een korte onzichtbaarheid van 8 dagen. Totaal 584 dagen. Er is echter een probleem: Iedere 8 jaar valt de opkomst (circa) een dag eerder waardoor de opkomst van Venus iedere 8 jaar een stukje dichter bij zonsopkomst plaatsvindt. Op een bepaald moment zal Venus (samen met Regulus) te dicht bij de zon opkomen waardoor de planeet niet langer zichtbaar is in het vroege ochtendlicht. Dit is uiteindelijk rampzalig voor pre-Inca priester-astronomen van El Fuerte want een kalenderperiode loopt ten einde. Vanaf de voet van El Cascabel was de opkomst van Venus na circa 8 jaar (samen met het vervagen van Regulus) niet langer te zien. El Cascabel verloor haar functie in circa 1100 na Christus wat, opmerkelijk, samenvalt met de stichting van Cuzco: de latere Inca hoofdstad.
Om de parallele opkomst van Venus en Regulus over de twee sporen van El Cascabel te kunnen observeren dient men onderaan dit UNESCO-monument te staan direct achter een lage Inca-muur. De richting van deze evenwijdige sporen is 71'0 graden (Romano) onder een hoek van 6,75 graden. Exact de richting waar Venus en Regulus te zien waren iedere circa 8 jaar in de periode voor 1100 na Christus.
Uit de geschiedschrijving (Garcilaso de la Vega; een Spaanse Kroniekschrijver) weten we dat El Fuerte gewijdt is aan de Inca god Viracocha. In zijn kronieken verwijst hij naar een bergtop waarop de inscripties van twee condors te zien zouden zijn: een afbeelding van een condor in duikvlucht en een afbeelding van een condor die met de rug naar de toeschouwer gekeerd zit: beide afbeeldingen zijn op El Fuerte te vinden: De Condor in duikvlucht beslaat de totale breedte van de heuvel en is te zien vanaf de voet van de heuvel. De andere condor is een stuk kleiner en ligt aan de voet van de Inca muur op de plaats waar men plaatsneemt om de sporen van El Cascabel te bekijken. Naast deze condorafbeelding zijn ook de afbeeldingen van twee lamahoofden (offers), en de afbeelding van Viracocha als een (amorfe)geest met twee grote ogen zichtbaar. De ogen van Viracocha zijn Venus en Regulus die iedere 8 jaar zichtbaar waren boven El Cascabel. Viracocha is dus een verschijning, een mythisch wezen gecreëerd door de menselijke geest.
Vanaf de voet van El Cascabel is ook de afbeelding van de Jaguar zichtbaar die (naar rechts kijkend) overeenkomst vertonen met de ons bekende afbeeldingen van het Sterrenbeeld Leeuw (Leo).
Na circa 1100 kon de heliacale parallelle opkomst van Venus en Regulus vanaf de voet van El Cascabel niet meer geobserveerd worden. De reden hiervoor was dat het zonlicht van de opkomende zon Venus en Regulus onzichtbaar maakte. Vanaf de voet van El Fuerte waren de 'ogen' van Viracocha niet langer te zien. Dit moment valt nagenoeg samen met de stichting van de nieuwe Incahoofdstad Cuzco. Met andere woorden: het lijkt zo te zijn dat Cuzco ontstaan is na het niet meer zichtbaar zijn van Wiraqocha op de heilige berg (Waqa) Wa(na)qa(uri).
In Cuzco was, voor de verovering van Peru door de Spanjaarden, een afbeelding, in de vorm van een ovaal, van Wiraqocha aanwezig binnen de Coricancha: de heiligste plaats in Cuzco. Bij toeval is een schets van deze afbeelding bewaard gebleven. Op deze schets komt,naast de verwijzing naar Wiraqocha, ook een afbeelding voor van Regulus (Chuquechinchay, Chhoguechinchay, Chuquichinchay (Quechua)); vaak vertaald als 'Gouden kat'.
Dit is de naam van een ster of een sterrenbeeld die een grote kat voorsteld)en Venus. Venus werd in deze tijd al beschouwd als ochtendster en avondster en is bekend onder talloze namen in het Quechua.
Hiermee lijkt mij het probleem van de verschijning 'Viracocha' opgelost te zijn. De enorme beelden in Tiwanacu, bij het Titicacameer, zijn afbeeldingen van deze mythische god. Er is niet veel fantasie voor nodig om in de ogen van deze god de parallele opkomst van Venus en Regulus te ontdekken; temeer omdat de symbolen van Jaguar en de slang (El Cascabel) in de handen van deze god terug te vinden zijn.
[bewerk] Herkomst
Hoewel niet om ontstotelijk bewezen lijkt Nazca de plaats te zijn waar voor het eerst in de geschiedenis de relatie tussen de heliacale opkomt van Venus en Regulus bestudeerd en ontdekt is.
In de Nazcapampa kan de afbeelding van 'de Astronaut': met een menselijk contour en twee enorme ogen; gezien worden als de voorloper van de Tiwanaku-Wiraqocha. De ouderdom van de de Nazca-Viracocha wordt doorgaans geschat op 200 v. Chr. tot 500 na Chr. Het kan echter veel ouder zijn maar ook veel recenter.
Het gaat te ver om dit op deze plek uit te diepen maar er is een verhaal bekend (van de Kroniekschrijver Garcilaso de la Vega) dat mannen met een boot zijn geland in de omgeving van Puerte Viejo (tegenwoordig Ecuador) en dat deze mannen zich hebben gevestigd op een plek waar diepe bronnen door hen zijn gemaakt. De beschrijving van Garcilaso de La Vega is van toepassing op de spiraalvormige bronnen (zgn. puquios of pukyu) in Nazca. Hoewel we voorzichtig moeten zijn met het interpreteren van legendes lijkt het erop, door interpretatie van het verhaal van Garcilaso de la Vega, dat vermoedelijk Maya-priesters verantwoordelijk zijn geweest voor de (verdere) ontwikkeling van Nazca. Ik schrijf met opzet 'verdere' ontwikkeling want de mijn vermoeden is dat sommige geoglyphen (aardtekeningen) in Nazca veel ouder zijn. Sterker nog: ik ben van mening dat de eerste ontdekkers van Nazca, als zijnde de (enige) plek op aarde waar, door de aanwezigheid van gips in de ondergrond, de ideale geografische, klimatologische en bodemkundige omstandigheden aantroffen om, over een periode van lange tijd, astronomische waarnemingen te verrichten. Naar mijn mening dateren de oudste geoglyphen van voor de komst van de Olmeken in Midden-Amerika (circa 1600 BC). Iemand die werkelijk geinteresseerd is in de ontwikkeling van de culturen in Amerika en daarnaast een open-mind heeft zal ontdekken dat de eerste religieus-atronomische tempel van de Olmeken gesticht is in Izapa (Vincent H. Malmstrom: [1]. Hij concludeert dat de stichters van Izapa met de nodige astronomische kennis op de zuidkust moeten zijn geland. Opvallend in zijn, overigens voortreffelijke waarnemingen, is dat Nazca Peru exact op de positie op het zuidelijk halfrond ligt (14.8) zuid en Izapa (14.8 º)noord. De Popol Vuh, beschrijft dat de oorsprong van de Maya's ontstaan is door zeelui die uit het oosten kwamen. Indien Nazca de oorsprong is van astronomische waarnemingen ligt het voor de hand dat priester-astronomen zich vestigden in Izapa omdat het aantal dagen die voorbijgaan waarop de zon geen schaduw geeft op een verticale stok hetzelfde is als in Nazca. Eenvoudig gezegd: de astronomische omstandigheden tussen beide plekken (Nazca en Izapa) boven en onder de evenaar zijn zo gelijk dat het aannemelijk wordt dat beide plaatsen, historisch gezien, een belangrijke relatie hebben. In Nazca is het uitgevogeld en in Izapa is het geimplimenteerd. En later is Nazca nogmaals bezocht voor de check en controles. En dat is het moment waarop de beroemde Nazca/Cahuachi cultuur is ontstaan.