Winterpostelein
| Winterpostelein | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Claytonia perfoliata | ||||||||||||
 |
De winterpostelein (Claytonia perfoliata, ook wel Montia perfoliata) is een eenjarige plant die groeit in Noord-Amerika. Via Cuba is de plant naar West-Europa gekomen. Ze wordt in Engeland, Frankrijk, België, Nederland en Duitsland verbouwd als winterharde postelein, maar komt in al deze landen ook verwilderd voor. Vanwege de route via welke de plant in Europa arriveerde, wordt de plant in Duitsland o.a. Kubaspinat genoemd.
De plant is 15-20 cm hoog (volgens anderen: 20-40 cm), en tijdens de bloei gemakkelijk te herkennen aan de schotelvormige bladeren, waar de stengel door heen lijkt te groeien. Het betreft hier een tweetal bladeren, die tezamen vergroeid zijn. Merk op dat dit geen kelkbladeren, maar naar de bloem opgerukte gewone bladeren zijn. De gewone blaadjes hieronder hebben een schop-vorm.
De naam Claytonia komt van John Clayton, een botanicus uit de 17e eeuw. De naam perfoliate (perforreren) is afgeleid van de manier waarop de stengel twee bladeren perforeert.
De gewone bladeren zijn 2-3 cm groot. De twee om de bloemstengel vergroeide bladeren zijn groter. De witte bloemen zijn klein met 2 tot 3 mm lange kroonbladen. Deze meerjarige plant bloeit van april tot juni. In maart gezaaid bloeit de plant van juni tot in de herfst.
Inhoud |
[bewerk] Teelt
Wie de plant wil telen kan in juni en juli zaaien, waarbij de zaadhoeveelheid 10 gr/m2 bedraagt. Een onderlinge afstand van 10 cm tussen de rijen is gewenst. Voor de teelt onder glas moet in de tweede helft van augustus gezaaid worden, waarbij de eerste oogst in november en de tweede in maart valt.
Reeds jonge planten kunnen in de herfst geoogst worden. Wanneer men het hart laat staan, maakt de plant weer nieuwe bladeren. De oogst dient in maart afgesloten te worden voordat de plant gaat bloeien.
Het plantje heeft een sterke voorkeur voor zandige gronden, en zal dus in tuinen met goede grond niet snel als onkruid woekeren. Wel stelt het eisen aan de vochtigheid: het heeft behoefte aan constant vochtige grond. De plant verwacht een zuurgraad tussen 6,1 en 7,8 pH.
[bewerk] Gebruik
De plant is tegen vorst bestand en daardoor in het vroege voorjaar een belangrijke bron van vitamine C en mineralen als Calcium, Magnesium, en IJzer. In Amerika werd de plant door zowel Indianen als de goudzoekers in California gewaardeerd. Voor deze laatsten was het een belangrijk bestrijdingsmiddel van scheurbuik in het vroege voorjaar, wanneer zij gebrek aan vitamine C hadden. De Indianen waardeerden overigens niet alleen de zachte blaadjes, maar ook de knollen.
[bewerk] Inhoudsstoffen
De voedingswaarde van 100 gram verse winterpostelein is:
| Energetische waarde | 42 kJ | |
| Koolhydraten | 1 gram | |
| Eiwit | 1 gram | |
| Vet | 0,2 gram | |
| Vitamine C | 20 mg | |
| Caroteen | 1,70 mg | |
| Vitamine B1 | 0,06 mg | |
| Vitamine B2 | 0,04 mg | |
| Calcium | 130 mg | |
| IJzer | 3 mg |
[bewerk] Zaadteelt
Voor de teelt van zaad moet er half maart gezaaid worden. De bloei begint dan in juni tot in de herfst. De zaaddozen moeten voordat ze op de grond vallen geplukt en gedroogd worden.
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Claytonia perfoliata op Wikimedia Commons. |
