Walter Ulbricht
Walter Ernst Paul Ulbricht (Leipzig, 30 juni 1893 – Berlijn, 1 augustus 1973) was een Oost-Duits politicus.
[bewerk] Vroege Carrière
Ulbricht was afkomstig uit een sociaal-democratische familie (zowel van vaders- als van moederskant). In 1908 werd Ulbricht lid van de Socialistische Arbeidsjeugd (SAJ) en in 1912 van de Sozialistische Partei Deutschlands (SPD). Van 1913 tot 1914 bezocht hij de partijschool in Leipzig. Gedurende de Eerste Wereldoorlog vocht hij aan het front. Eind 1918 werd hij lid van de Arbeiders- en Soldatenraad (zie: sovjet) van het Negentiende Legerkorps.
Na de Eerste Wereldoorlog keerde hij naar Leipzig terug en hij sloot zich aan bij de Spartakusbund (vanaf 1919: Kommunistische Partei Deutschlands). In 1919 werd hij leidinggevende van de KPD in Leipzig en diverse andere Duitse gebieden. Van 1924 tot 1925 bezocht hij de partijhogeschool in Moskou en medewerker in het Uitvoerend Comité (EKKI) van de Communistische Internationale (Comintern). Van 1926 tot 1933 was Ulbricht lid van de Saksische Landdag en van 1928 tot 1930 was hij lid van de Rijksdag voor de KPD. In 1935 ging hij in ballingschap en later vestigde hij zich in Moskou.
Na de Duitse inval in de Sovjet-Unie werd Ulbricht lid van het Nationaal Comité voor een vrij Duitsland (NKFD), een door de Sovjet-Unie in het leven geroepen en door de communisten gedomineerde anti-fascistische organisatie. Na de Duitse capitulatie keerde hij terug naar Duitsland (1945). Hij vestigde zich in de Sovjet-Russische bezettingszone. Ulbricht maakte daar deel uit van het Anti-fascistisch Blok (AntiFaBlok). Na de oprichting van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED; 1946) werd hij gekozen tot vicevoorzitter van de partij.
[bewerk] Secretaris-Generaal van de SED
In 1950 werd Walter Ulbricht gekozen tot secretaris-generaal van de SED. In feite werd hij toen de belangrijkste man van Oost-Duitsland. Na het onderdrukken van de Opstand van Berlijn (1953) werd hij oppermachtig. In 1955 werd hij tevens vicevoorzitter van de Staatsraad (plaatsvervangend staatshoofd) en op die wijze wist hij zich ook in het landsbestuur door te dringen. In 1960 werd hij voorzitter van de Staatsraad en voorzitter van de Nationale Verdedigingsraad (NVR).
Onder het bewind van Ulbricht werd op 13 augustus 1961 begonnen met de bouw van de Berlijnse muur. De meest bekende uitspraak van Ulbricht stamt van een persconferentie van 2 maanden voor de bouw van de muur: "Niemand hat die Absicht, eine Mauer zu errichten".
Ulbricht volgde een strikt Moskou getrouwe lijn. Toen hij begin jaren zeventig een meer nationale koers ging varen, moest hij op 3 mei 1971 zijn ambt van secretaris-generaal van de SED neerleggen. Tot zijn dood op 80-jarige leeftijd bleef hij wel voorzitter van de Staatsraad. Na zijn dood werd hij opgevolgd door Erich Honecker.
Voorganger: geen |
Secretaris-Generaal van de SED 1946-1971 |
Opvolger: Erich Honecker |
Voorganger: geen |
Voorzitter van de Staatsraad 1960-1973 |
Opvolger: Friedrich Ebert |
|
|
---|---|
Johannes Dieckmann | Wilhelm Pieck | Johannes Dieckmann | Walter Ulbricht | Friedrich Ebert | Willi Stoph | Erich Honecker | Egon Krenz | Manfred Gerlach | Sabine Bergmann-Pohl |
Secretarissen-Generaal van de SED | |
Wilhelm Pieck (co-voorzitter) - Otto Grotewohl (co-voorzitter) - Walter Ulbricht - Erich Honecker - Egon Krenz |