Vuren (hout)
Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt ook wel vurenhout genoemd.
In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop. In Vlaanderen wordt de voorkeur gegeven aan grenen. Vuren wordt vooral gebruikt in de bouw: kapconstructies, kozijnen, heipalen, etc. De fijnere kwaliteiten komen in aanmerking voor te verven binnentimmerwerk. Ook is vuren te vinden in boekenkasten en magazijnstellingen. Het wordt veel verkocht in doe-het-zelf bouwmarkten: aangezien de mindere kwaliteiten veel noesten hebben, die er na droging uit kunnen vallen, is het voor bepaalde toepassingen wenselijk op uiterlijk te controleren.
Het hout wordt veelal geimporteerd uit Scandinaviƫ en het Baltische gebied (inclusief Rusland), maar ook uit midden Europa. Het kwalitatief beste hout komt uit wat koudere gebieden, omdat daar de bomen trager groeien, met als gevolg fijnere groeringen. Zeer fijnjarig (smalle groeiringen) vuren uit midden Europa wordt gebruikt in muziekinstrumentenbouw.
De kleur van vuren is bleek tot witachtig geel met een zachte en grove tekening. Na langdurige blootstelling aan licht wordt het geelbruin. Het is dus beter om het snel af te werken, zodat het niet zo snel verkleurt. Er is geen opvallende harsgeur zoals bij grenen. Vuren is niet erg duurzaam: het kan slecht tegen vocht . Vuren heeft duurzaamheidsklasse 4. Vuren is een relatief makkelijk te impregneren, te verven, te beitsen en af te lakken houtsoort. Dit kan uiteraard de duurzaamheid aanmerkelijk vergroten. Ook bij toepassing onder water blijft het lang goed (heipalen).