Verf
Verf is de algemene term voor producten die bedoeld zijn om een voorwerp te beschermen of te verfraaien door het van een pigmenthoudende laag te voorzien. Tevens zijn er mogelijkheden om voorwerpen opvallend te maken zoals spoorbomen, brandweerwagens etc.
Inhoud |
[bewerk] Verf aanbrengen
Verf kan worden aangebracht met de vingers, met een kwast, een penseel, een roller, een verfspuit of een airbrush. Graffiti-artiesten gebruiken verf direct uit een spuitbus.
[bewerk] Geschiedenis
De eerste vorm van schilderkunst zijn schilderingen aangebracht op rotswanden en zolderingen van grotten door de eerste mensen. Deze prehistorische mensen brachten verf aan met hun handen. Kinderen en sommige kunstschilders doen dit thans nog steeds. Verf kan ook worden gespoten, gedruppeld of aangebracht worden door het object in de verf te dopen. De grondstof van de bruine kleur op de rotswanden was meestal rode aarde of bloed.
Sinds de Romeinse tijd werd tempera (zie hieronder) veel toegepast voor schilderingen. Vanaf de Renaissance werd tempera vrij spoedig verdrongen door olieverf, doorgaans op basis van lijnolie. In China was oost-indische inkt van oudsher een belangrijke verfstof.
Voor textiel werden in vroeger eeuwen vaak de kleurstoffen wede, indigo en meekrap gebruikt. Een buitengewoon kostbare kleurstof was purper, bereid uit de purperslak. Om deze kleurstoffen beter te laten hechten aan de textielvezels werden deze vaak geapprêteerd met aluin.
[bewerk] Toepassingen
De meeste toepassingen van verf zijn op oppervlakten binnenshuis en buitenshuis, maar ook in schilderkunst. Er bestaan ook functionele verven als magneetverf en de ermee combineerbare bordverf.
[bewerk] Componenten
Verf bestaat uit drie delen, een vast gedeelte en twee vloeibare delen. Het vaste deel bestaat meestal uit pigmenten. Het zijn deeltjes die kleur en bescherming geven, maar er ook voor zorgen dat de verf ondoorschijnend is. Het eerste vloeibare deel is het bindmiddel (een natuurlijke of synthetische hars) die na droging vast wordt. Het tweede deel is het oplosmiddel (meestal organisch van oorsprong zoals terpentijn, terpentine, maar het kan ook water zijn), dat verdampt. Het doel van het oplosmiddel is om de verf dunner te maken, zodat deze beter kan worden aangebracht.
Het drogen van de verf kan gebeuren door oxidatie (van de lijnolie in olieverf bijvoorbeeld), maar ook door verdamping van het oplosmiddel. Andere mogelijkheden zijn door afkoeling. Soms wordt een katalysator (ook wel siccatief of droogmiddel) toegepast om de droogtijd te versnellen. Met name olieverf droogt zeer langzaam. Zonder siccatief kan dit weken duren, afhankelijk van de dikte van de verflaag.
In de 20e eeuw zijn naast de traditionele olieverven steeds meer verfsoorten op waterbasis beschikbaar gekomen, zoals acrylverf en latexverf. Het gebruik van deze verfsoorten is veel minder schadelijk, omdat een oplosmiddel als terpentijn ontbreekt.
Bijzondere verfsoorten zijn tempera, op basis van eigeel, en aquarel, op basis van water met alleen pigment.
Sommige oudere verfsoorten zijn door gebruik van giftige pigmenten schadelijk. Zo werden kinderbedjes in het verleden geschilderd met loodwit. Ook cadmiumhoudende en arsenicumhoudende verfsoorten werden gebruikt. Het loodwit is vervangen door titaandioxide en zinkoxide. De andere giftige pigmenten zijn vervangen door synthetische pigmenten.
[bewerk] Verf en milieu
Vanaf 2007 worden er in geheel Europa grenswaarden gesteld aan het aandeel vluchtige organische stoffen in verf. De grenswaarden gelden voor decoratieve verven (voor bijvoorbeeld meubels en gebouwen) en verven die worden gebruikt voor het overspuiten van auto's. Vanaf 2010 worden de grenswaarden voor decoratieve verven aangescherpt. In 2008 wordt besloten of de grenswaarden ook voor het overspuiten van auto's worden aangescherpt.
Om de gezondheid van schilders te beschermen zijn er in Nederland grenswaarden gesteld aan het aandeel vluchtige organische stoffen bij het professionele gebruik van verf. Deze grenswaarden zijn voor enkele verfproducten iets scherper dan de nu voorgestelde Europese waarden, maar komen ongeveer overeen met die voor 2010. Veelvuldige inhalatie (inademing) van deze vluchtige componenten leidt namelijk tot organisch psychosyndroom (OPS) ook wel bekend als schildersziekte. OPS is een verzamelnaam voor een aantal psychische aandoeningen waarbij het centraal zenuwstelsel verstoord is. Dit kan zich o.a. uiten in: verminderde aandacht, slecht geheugen, niet meer logisch kunnen denken, bewustzijnverstoring, slecht kunnen rekenen,niet meer kunnen samenvatten, waarnemingstoornissen en oriëntatiestoornissen.
[bewerk] Zie ook
Bron(nen): |
|