Transept
Het transept, kruisbeuk of dwarsschip is oorspronkelijk een onderdeel van een romaanse of gotische kathedraal, maar komt ook bij latere bouwstijlen voor.
De plattegrond van een gotische kathedraal heeft altijd de vorm van een kruis. Dit kruis bestaat uit een lange ruimte (het schip), met aan het verste einde achter het altaar (dat midden op de kruising staat) het koor in het oosten, dit alles al dan niet met nevenruimten (de zijbeuken); en een haaks daarop staand transept, dat noord-zuid is georiënteerd.
Bij sommige later gebouwde kerken is het transept even lang als het schip; men spreekt dan van centraalbouw. Een voorbeeld van centraalbouw is de kerk van Maassluis.
|
|
---|---|
Onderdelen kruiskerk:: Apsis | Chevet | Crypte | Doksaal | Kerktoren | kloostergang | Kooromgang | Kruising of viering | Narthex | Priesterkoor | Transept | Schip | Straalkapel | Vieringtoren | Westwerk | Zijbeuken |
|
Bouwkundige onderdelen: Arcade | Boog | Gordelboog | Kapiteel | Kraagsteen | Kruispijler | Latei | Lichtbeuk | Luchtboog | luchtboogstoel | Steunbeer | Travee | Triforium | Ui | Zuil |
|
Gewelfsvormen: Koepelgewelf | Kruisgewelf | Kruisribgewelf | Netgewelf | Stergewelf | Tongewelf | Waaiergewelf |
|
Decoratieve onderdelen: Archivolt | Dakruiter | Frontaal | Gebrandschilderd glas in lood | Hogel | Kruisbloem | Lantaarn | Maaswerk | Pinakel | Roosvenster | Timpaan | Waterspuwer | Zwik |