Tobintaks
De Tobintaks is een kleine belasting op valutatransacties, die al in 1972 door de Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar James Tobin werd voorgesteld. Door zo'n belasting - gedacht wordt aan bijvoorbeeld 0,1 of 0,25 procent - wordt de valutahandel een stuk minder interessant. Bij het 'flitskapitaal' gaat het immers om zeer grote bedragen die vaak omgewisseld worden om met kleine winstmarge een grote winst te behalen. Op 'gewone' valutatransacties, bijvoorbeeld ten behoeve van buitenlandse reizen, investeringen of voor handel in goederen, heeft een Tobintaks door het lage tarief nauwelijks invloed. Het afremmen van het 'flitskapitaal' is het eerste argument voor een Tobintaks. Daarnaast levert een dergelijke belasting over internationale valutatransacties een flinke hoeveelheid geld op die goed besteed kan worden om de armoede in de wereld te bestrijden.
De Tobintaks is een van de meest praktische voorstellen van de andersglobalisten, critici van neoliberale globalisering. De internationale pressiegroep ATTAC heeft het tot haar speerpunt verheven.
Op dit ogenblik is België het enige land ter wereld waar de Tobintaks in een wet is gegoten. De Belgische Tobintaks is wel geen zuivere Tobintaks. Het wetsvoorstel dat gestemd werd installeert een Tobintaks in zijn Spahn-variant. De Spahn-variant is genoemd naar de Duitse hoogleraar Paul-Bernd Spahn. Spahn stelt een twee-trapssysteem voor: een lage belasting die constant wordt toegepast op alle transacties en een hoge belasting om extreme wisselkoerssprongen te voorkomen.
Het Belgische wetsvoorstel stelt dat alle omwisselingen van deviezen van meer dan 10.000 euro in tijden van monetaire rust worden belast met een kleine heffing (0,02%). Wanneer een munt buiten zijn normale positie wordt geduwd, treedt een verhoogd tarief van maximum 80 procent in werking, zodat verdere speculatie op een kordate manier wordt ontmoedigd.
De lage basistaks brengt volgens Spahns schatting jaarlijks op wereldniveau om en bij de 50 miljard dollar op voor een op te richten fonds voor ontwikkelingssamenwerking, terwijl de extreem hoge taks ingeval van een panieksituatie de handel van de onder vuur liggende munt quasi stillegt. De hoop van voorstanders is dat de taks toelaat financiële crisissen die enorme economische en sociale drama's veroorzaken te bestrijden en fondsen oplevert voor de financiering van de ontwikkeling van de landen in het Zuiden. De taks wordt ook gezien als een stap in de richting van meer mondiale democratie en politieke controle over de financiële markten.