TNO
|
De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) is een onderzoeksinstituut met als doelstelling het toepassen van wetenschappelijke kennis in de praktijk. TNO telt ongeveer 5000 werknemers. Het hoofdkantoor van TNO is gevestigd in Delft, andere locaties zijn te vinden in onder meer Den Haag, Apeldoorn, Eindhoven, Enschede, Groningen, Hoofddorp, Rijswijk, Soesterberg, Utrecht en Zeist.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
TNO is opgericht in 1932. Daar is een lange geschiedenis aan voorafgegaan. De zogenoemde Commissie Lorentz uit 1918 betekende een eerste aanzet. Deze commissie was bedoeld om de beoefenaren van de natuurwetenschappen te betrekken bij het oplossen van allerlei problemen die het gevolg waren van de de Eerste Wereldoorlog. Nadat de commissie was gestopt met zijn activiteiten bleef de discussie over het meer efficiënt en effectief inzetten van de wetenschap voor allerlei praktische behoeften doorgaan. Zo groeide het besef dat toepassingsgericht onderzoek een belangrijke bijdrage kon leveren aan het concurrentievermogen van de industrie. Grote bedrijven hadden intussen hun eigen R&D-faciliteiten gecrëeerd en bouwden aan samenwerking met de universiteiten. Voor het midden- en kleinbedrijf lag dat moeilijker. In het buiteland waren speciale organisaties gecreëerd om de industrie te ondersteunen. De discussies leidden ertoe dat de regering in 1923 een commissie onder voorzitterschap van de Utrechtse hoogleraar prof.dr. F.A.F.C. Went instelde. Deze kreeg de opdracht te onderzoeken "door welke maatregelen en in welke vorm het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek hier te lande dienstbaar kon worden gemaakt aan het algemeen belang". De Commissie Went kwam in 1925 met zijn bevindingen en aanbevelingen. De regering nam de aanbevelingen in grote lijnen over. Ir. A. de Mooij A. Czn. werd als tijdelijk adviseur verbonden aan het ministerie van Onderwijs met als taak om, in samenwerking met de Commissie Went, een centrale organisatie van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek in Nederland voor te bereiden. Dit resulteerde in de zogenoemde TNO-wet van 30 oktober 1930. In deze wet waren de taak, organisatievorm, juridische status en relatie met de overheid van de nieuwe instelling vastgelegd. De wet trad op 1 mei 1932 in werking. Op 10 mei 1932 werd het eerste bestuur van TNO geïnstalleerd.
[bewerk] Organisatie
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is TNO geen overheidsinstelling en is dat ook nooit geweest. TNO is een zelfstandige instelling met onder meer een eigen financieel beleid, personeelsbeleid, commercieel beleid, speurwerkbeleid, etc. TNO is een rechtspersoon krachtens de TNO-wet van 19 december 1985 (Staatsblad 762), gewijzigd in 2005 (Staatsblad 47), artikel 3 dat luidt:
- Er is een Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO.
- Zij bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd te Delft.
TNO zou derhalve kunnen worden aangemerkt als een rechtspersoon 'sui generis', dat wil zeggen een organisatievorm met een volstrekt eigen karakter.
Sinds 2005 is TNO onderverdeeld in 5 kerngebieden, die elk bestaan uit een aantal business units:
- TNO Kwaliteit van Leven
- TNO Defensie en Veiligheid
- TNO Industrie en Techniek
- TNO Bouw en Ondergrond
- TNO Informatie- en Communicatietechnologie
Op 7 december 1994 werd het TNO Primatencentrum een zelfstandige organisatie, het Biomedical Primate Research Centre.