Syndroom van Sjögren
Syndroom van Sjögren | |
ICD-10 | M35.0 |
ICD-9 | 710.2 |
Het Syndroom van Sjögren is de benaming van een chronische ontsteking waarbij onder meer de slijmvliezen van de mond en ogen te weinig vocht produceren. Patiënten met het Sjögren-syndroom hebben vaak last van te droge ogen en mond maar vaak ook slokdarm, luchtpijp en vagina. Het syndroom is genoemd naar de zweedse oogarts Henrik Sjögren.
Andere symptomen zijn: gewrichtspijn of ontsteking, spierpijn, moeheid, grieperig gevoel, polyneuropathie, leukopenie, fenomeen van Raynaud, vasculitis, non-Hodgkin lymfoom, antifosfolipiden syndroom, schildklierziekte, carpaal tunnel syndroom.
Vermoed wordt dat het Sjögren-syndroom een auto-immuunziekte is. De oorzaak is echter (anno 2004) nog niet bekend. De vochtafscheidende slijmvliezen worden beschadigd door binnendringende witte bloedcellen. Door uitdroging kan het hoornvlies beschadigd worden door de tot een derde teruglopende traanvochtproductie. Smaak en reuk vervlakken meestal en er treedt pijn bij het slikken op.
De diagnose wordt doorgaans gesteld op grond van het optreden van droge ogen, mond en gewrichtsontstekingen. Met bloedonderzoek op het voorkomen van specifieke antistoffen (anti-SS-B) kan de diagnose bevestigd worden.
De therapie bestaat uit: kunsttranen, kunstspeeksel, ontstekingsremming en stimulatie van exocriene klieren met M3 receptor agonisten (Pilocarpine).