Stroomuitval
Een stroomstoring of stroomuitval is een onbedoelde onderbreking in de voorziening van elektrische energie.
In 2004 waren er 16.436 onderbrekingen, waardoor de gemiddelde Nederlander 24 minuten zonder stroom zat.
Net als water volgt stroom de weg van de minste weerstand, en moet er een kanaal zijn waar de stroom doorheen kan lopen. Ten slotte moet er ook een bron zijn, bijvoorbeeld een generator, die de stroom laat lopen. Dit overwegend kun je het uitvallen van de stroomvoorziening onderverdelen in drie categorieën:
- kortsluiting (de stroom volgt een kortere en gemakkelijkere weg, zodat verdergelegen afnemers niets meer krijgen);
- onderbreking van de lijn (de stroom kan de afnemer niet meer bereiken);
- uitvallen van de bron.
Inhoud |
[bewerk] Oorzaken
Kortsluiting en kabelbreuk kunnen veroorzaakt worden door oververhitting, ijzel, storm of vallende takken (op bovengrondse kabels), maar natuurlijk ook door ander geweld of door sabotage. Kortsluiting leidt overigens in korte tijd tot het in werking treden van beveiligingen zoals de bekende zekering waardoor de lijn 'stroomopwaarts' wordt onderbroken.
Beveiligingen treden ook in werking bij overbelasting, waarbij smelten van de geleiders zou dreigen. Plotselinge spanningspieken door bijvoorbeeld blikseminslag kunnen daar ook toe leiden.
Volgens EnergieNed zijn graafwerkzaamheden de meest voorkomende oorzaak van stroomstoringen in het laag- en middenspanningsgebied; bij storingen in het hoogspanningsgebied ligt dat minder duidelijk.
In de meeste gevallen is de uitval beperkt tot een vrij klein gebied, maar bij algehele overbelasting kan uitval over een groot gebied plaatsvinden.
[bewerk] Grote Nederlandse stroomstoringen
Donderdag 14 juli 2005 omstreeks 11.00 uur maakte een stroomstoring het 'gecontroleerd stilleggen' van alle fabrieken op de Vondelingenplaat, waaronder de raffinaderijen van Shell, noodzakelijk. Het affakkelen van overtollige koolwaterstoffen ging daarbij gepaard met veel rookontwikkeling, vanwege onvoldoende beschikbaarheid van stoom. Stankoverlast in Rotterdam was het gevolg.
In het weekend van 25,26 en 27 november 2005 was er ook een grote stroomstoring in het Overijsselse Haaksbergen
[bewerk] Grote Amerikaanse stroomstoringen
Op 14 augustus 2003 viel de stroom door overbelasting uit in een groot deel van het noordoosten en middenwesten van de Verenigde Staten en in delen van Canada. Zo'n 50 miljoen mensen werden getroffen. Vooral de grote steden zoals New York hadden het zwaar te verduren omdat naast de airconditioning ook een deel van het openbaar vervoer kwam stil te liggen, bijvoorbeeld de metro. Daardoor ontstond een grote verkeerschaos. De laatste keer dat iets dergelijks gebeurde was in 1996, daarvoor was het in 1977 en 1965.
Burgemeester Bloomberg van New York voorspelde dat de volgende morgen de stroom weer grotendeels hersteld zou zijn, maar vroeg toch de New Yorkers het als een 'sneeuwdag' te behandelen. (De temperatuur was 32oC.).
Ook Ontario, inclusief de hoofdstad van Canada, Ottawa, zat geheel zonder stroom, maar net aan de overkant van de provinciegrens in Québec was er geen enkel probleem. Deze provincie had namelijk al jaren geleden besloten zijn stroomverzorging met overcapaciteit zeker te stellen. Zij hoopten daarbij -tevergeefs- dat zij een deel van de opgewekte stroom aan de Engelstalige buren konden verkopen. HydroQuébec kon dan ook de bevolking beloven dat er geen problemen zouden zijn, maar verklaarde ook dat de zustermaatschappij HydroOntario niet om hulp gevraagd had.
[bewerk] Regelgeving DTe
De DTe heeft op het gebied van storingen het één en ander wettelijk geregeld inzake compensatie aan particulieren en zakelijke klanten.