Ster (onderscheiding of ridderorde)
Een ster is een op de borst of op de schouder gedragen insigne van een ridderorde. De ster kan verschillende vormen hebben en is dus beslist niet altijd stervormig. Soms worden deze ovale , vierkant of zeer onregelmatig gevormde insignes "sterren" genoemd , het is juister om dan van een plaque te spreken.
Geschiedenis van de sterren
De eerste ridderorde waarvan de ridders behalve een kleinood aan een lint of keten ook een geborduurde ster gingen dragen was de Orde van de Kousenband. Dat gebeurde tijdens de regering van Karel II van Engeland. Deze sterren waren geheel van gouddraad , zilverdraad en borduurgaren vervaardigd. Zeer grote sterren kwamen ook voor op de mantels van een aantal ridderorden.
In de loop van de 17e eeuw kregen alle ridderorden sterren , omdat er in de klassieke ridderorden maar één rang was droegen alle ridders een ster. Deze sterren werden dagelijks gedragen .
In de loop van de 18e eeuw ontwikkelden zich ook ridderorden met meerdere rangen. Alleen de hoogste rang , al spoedig grootkruis of grootcommandeur genoemd , droeg een ster. Voor de lagere rangen waren er kleinere kruizen die aan een lint om de hals of in het knoopsgat werden gedragen.
Gedurende de 18e en de eerste helft van de 19e eeuw bleef de geborduurde ster in de mode. Een massieve ster , een zilveren plaat met oogjes of een gesp ter bevestiging , was een uitzondering. Er kwamen wel mengvormen voor zoals het hier afgebeelde Legioen van Eer.
In Nederland waren de eerste sterren en commandeurskruizen ook geborduurd. Omdat de sterren na het overlijden van hun dragers weer aan de kanselarij retour moesten worden gezonden was er een voorraad van vieze , versleten sterren die desondanks , met typisch Nederlandse zuinigheid , werden verleend. Voor de decorandus zat er dan niets anders op dan zèlf een ster te bestellen bij een van de daarin gespecialiseerde winkels. Het borduren van de sterren was iets dat door vaklieden thuis werd uitgevoerd.
Na 1850 koos ook Nederland voor het gebruik van zilveren sterren.
Het dragen van de ster
Tot in de 19e eeuw droegen ridders hun ster steeds op hun uniform of geklede jas. Ook het lint werd nog lange tijd dagelijks onder of boven het vest gedragen. De Britse prins-gemaal Albert was de laatste vorst die aan deze gewoonte vasthield. In de tweede helft van de 19e eeuw raakte het dragen van een kleine knoopsgatdecoratie, een rozetje of bij grootkruisen een rozet op een stukje gouden galon in gebruik. De sterren worden nu alleen nog op rokkostuum en gala-uniform gedragen.
Sterren van andere rangen in orden.
Ook de grootofficieren en commandeurs van een aantal ridderorden dragen een ster. Wanneer deze ster ruitvormig is noemt men het ook wel een plaque. In een aantal ridderorden , zoals de Nederlandse Kroonorde , draagt ook een grootkruis een plaque op de borst.
Voor prinsen en zeer jong ridders werden in het verleden wel kleine sterren in de zogenaamde " prinzengröße" ( Duits: Prinsenformaat") gemaakt.
In een aantal Socialistische Orden is het kleinood van de orde altijd een kleine ster.