Steenkolenduits
Steenkolenduits is de benaming voor slecht tot zeer slecht Duits gesproken door Nederlanders en Vlamingen. De term is verzonnen naar analogie van Steenkolenengels. De tegenhanger, slecht Nederlands uit een Duitse mond, wordt wel Prlwitzkowskinederlands genoemd.
Daar het Nederlands en het Duits dicht bij elkaar staan, als zustertalen gelden, vallen de overeenkomsten meer op dan de verschillen. Met relatief eenvoudige klankwetten kan men vaak uit een Nederlands woord het correspondere Duitse equivalent afleiden. Het Nederlands en het Duits zijn echter nog steeds verschillende talen en de spreker van het Nederlands die zich aldus van het Duits bedient zal dan ook kapitale fouten maken in de grammatica, de woordenschat en het idioom.
Inhoud |
[bewerk] Veelgehoorde voorbeelden
[bewerk] Grammatica
De vier naamvallen van het Duits zijn voor de Nederlander of Vlaming die na 1946 naar school is geweest moeilijk te bevatten. Veel mensen leren de regels wel, maar vinden het systeem erg moeilijk en subtiel, zodat het ze niet lukt dit consequent te gebruiken. Steenkolenduits heeft dan ook of geen naamvallen of kenmerkt zich door een volkomen verkeerd gebruik ervan.
Het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke woorden speelt in de Nederlandse standaardtaal geen rol van betekenis, en zij die dit verschil in hun dagelijkse taalgebruik wel kennen (Vlamingen, Limburgers, Twenten etc.) hebben er onvoldoende steun aan bij het Duits, omdat de geslachten lang niet altijd overeenkomen. Vandaar dat geslachtsindicatoren als der en die in Steenkolenduits veelvuldig door elkaar gebruikt worden.
[bewerk] Uitspraak
Een accent bij de uitspraak van een vreemde taal wordt gewoonlijk niet als taalfout gezien. Wat sprekers van het Nederlands wel eens fout doen is het weglaten van de n in de uitgang -en.
[bewerk] Syntaxis
Het Nederlands heeft overwegend de rode werkwoordsvolgorde, het Duits uitsluitend de groene. Een zin als Ik denk niet dat hij dat kan zien laat zich correct vertalen als Ich denke nicht, dass er das sehen kann. Sprekers van het Steenkolenduits kunnen zeggen: "Ich denke nicht dass er das kan sehen".
[bewerk] Woordenschat
Het verduitsen van Nederlandse woorden leidt vaak tot woorden die of helemaal niet bestaan of een volkomen andere betekenis hebben. Bekende voorbeelden zijn "versuchen" voor verzoeken (werkelijke betekenis "proberen", correcte vertaling bitten) en "mögen" voor mogen (werkelijke betekenis "houden van", correcte vertaling dürfen).
[bewerk] Klankwetten
Zelfs hierin bestaan duidelijke discrepanties. Veel klanken die in het Nederlands zijn samengevallen worden in het Duits nog uit elkaar gehouden, of andersom. Zo verandert roken in rauchen, maar koken in kochen. Uit Nederlandse mond zou men echter *kauchen kunnen horen. Karikaturale voorbeelden zijn "Flaußkessel", wat geacht wordt "fluitketel" te betekenen (correcte vertaling: Pfeiffkessel, merk en passant op dat het hier ook nog om een in het Duits niet-bestaand woord gaat!), en het zinnetje "Es ist kauß baußen" ("Het is koud buiten"; correcte vertaling Es ist kalt draußen)
[bewerk] Idioom
Veel uitdrukkingen uit het Nederlands zijn voor een Duitser onbekend. Uiteraard is dit omgekeerd ook het geval. Af en toe kan het letterlijk vertalen van een zinswending grote problemen opleveren. Het begrip "Het valt mee" wordt door veel Nederlanders rücksichtslos vertaald met Es fällt (of: fallt) mit. Een correcte adequate vertaling van deze uitdrukking is niet voorhanden.
[bewerk] In de praktijk
In de zomer van 2004 lanceerde Accor Hotels in Nederland een radioreclamespotje, waarin Steenkolenduits een grote rol speelt.