Slag bij Oosterweel
De slag bij Oosterweel (Austruweel) vond plaats op 13 maart 1567 bij het polderdorp Oosterweel, ten noordwesten van Antwerpen.
Sommigen zien de Slag bij Oosterweel als het (historische) begin van de Tachtigjarige Oorlog. Veel oorlogen uit het verleden hebben echter een mooi rond getal als lengte en naam (Honderdjarige Oorlog, Dertigjarige Oorlog), vandaar dat de Slag bij Heiligerlee in 1568 als "officieel" startpunt van de oorlog geldt.
De Spaanse generaal Beauvoir versloeg in deze slag een leger Geuzen. De leiding van het Geuzenleger wordt zowel aan Marnix van St Aldegonde als aan diens oudere broer Jan van Marnix, heer van Toulouse, (1537-1567) toegeschreven. De Geuzen bleken geen partij voor het getrainde Spaanse leger. Jan van Marnix sneuvelde tijdens de slag.
Willem van Oranje, burggraaf van Antwerpen, verbood de calvinisten om vanuit de stad de Geuzen te hulp te komen. Hiervoor worden verschillende motieven aangevoerd: volgens sommigen wou hij hiermee nutteloos bloedvergieten voorkomen; volgens anderen gaf zijn trouw aan de Spaanse koning, die hem Antwerpen had toevertrouwd, bij hem de doorslag.
De gevangen Geuzen werden niet als krijgsgevangenen behandeld, omdat zij als opstandelingen werden beschouwd. Zij werden daarom gedood. Ze kwamen om op het rad of aan de galg.
Exacte verliezen zijn niet bekend. Twee dagen na de slag bad een katholiek prediker dat 'de geuzen allemaal vernietigd mochten worden, zoals die 7 à 800 die nu te Oosterweel bij Antwerpen waren doodgeslagen of verbrand'.