Sanatorium Zonnestraal
Sanatorium Zonnestraal was een sanatorium in Hilversum, oorspronkelijk bestemd voor diamantslijpers die tuberculose hadden opgelopen. Het complex werd ontworpen door de architect Jan Duiker, in samenwerking met Bernard Bijvoet. Het hoofdgebouw werd geopend op 12 juni 1928.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
Zonnestraal is gebouwd in beton, met stalen raamsponningen en enkel glas. Duiker heeft zijn standaardkleuren gebruikt: wit, zwart en een specifieke kleur lichtblauw, het zogenoemde "Duiker-blauw". Het complex is een beroemd voorbeeld van het Nieuwe Bouwen. Toen het werd ontworpen, dacht men dat tuberculose binnen dertig jaar uitgeroeid zou zijn. Zonnestraal werd daarom ontworpen voor een relatief geringe levensduur. Omdat later werd ingezien dat de gebouwen waarde hebben als monument, is vanaf de jaren negentig een omvangrijk restauratieprogramma in gang gezet (kostprijs 12 miljoen gulden - NRC Handelsblad 15 juni 2001). De restauratie gebeurt aan de hand van plannen van de architecten Hubert-Jan Henket en Wessel de Jonge die de stijl van het oorspronkelijke ontwerp zullen respecteren. Op het landgoed worden weer diverse vormen van zorg aangeboden. Het hoofdgebouw is ondertussen in de oude glorie hersteld (mei 2004).
Zonnestraal beslaat circa 120 hectare, en ligt in het Loosdrechtse bos. Het heeft nog steeds een medische functie. Een van de vele patiënten die in Zonnestraal hebben gelegen, was de Dordtse dichter Cees Buddingh. Hij schreef er in 1942 zijn Blauwbilgorgel-gedicht.
In het werk van architect J.J. Jelles vind je de verworvenheden van het Nieuwe Bouwen of de Nieuwe Zakelijkheid het meest terug. Zijn werk staat in relatie met de beste werken uit de tijd van de Acht en de Opbouw. Hij wordt ronduit lyrisch als hij denkt aan Sanatorium Zonnestraal:
- "Uit een tijd van chaos is kristalhelder Zonnestraal ontstaan. Een verschijning uit een denkwijze die nieuw was voor het waarneembaar maken van de structuur in samenleven. Een denkwijze, die opende en insloot: uit een niet herkenbare veelheid, chaos, met intelligent stellen van de opgave, bevrijdend te vereenvoudigen tot de kern en gelijkertijd weer tot een herkenbare veelheid te komen: orde in een nieuwe verhouding."
Het hierin samengaan in 1924 van twee personen, Jan van Zutphen en architect ir. Jan Duiker heeft Zonnestraal's ontstaan bepaald.
[bewerk] Historie
Jan van Zutphen was begin 1900, in een tijd van malaise, één van de voornamen van de Amsterdamse diamantbewerkers. Hij zocht naar middelen hulp te bieden aan tbc-lijders onder de vakgenoten. Op maandagochtend werd de opbrengst van de afval, de gebroken koperen steeltjes van de diamanthouders, "verdronken". Door discipline in eigen kring en stellen van het doel, kwam door "Ome Jan" een eind aan het "maandagochtendvieren". Het geld werd bijeengebracht en het "Koperen-Stelenfonds" opgericht (1905).
Om alle zieken afzonderlijk te helpen bleef er onvoldoende geld. Opnieuw werd gezocht naar mogelijkheden: de gedachte ontstond uit afvalslijpsel het zuivere diamantstof vrij te maken. Het uiteindelijke slagen ervan (prof. H. ter Meulen, Delft) gaf het "Koperen-Stelenfonds" grote inkomsten.
Bij Hilversum werd het landgoed "de Pampahoeve" gekocht. In de villa kon een beperkt aantal patiënten (19) kuren in zon en buitenlucht. Met de ervaringen van dit begin kon de opgave voor een nieuw sanatorium geformuleerd worden: verhouding van ziek zijn-beter maken en geleidelijk weer deelnemen aan veelheid in samenleven. Te vaak was een terugvallen gebleken door geestelijke en lichamelijke overbelasting van een net verkregen evenwicht. Duiker, die in 1924-25 voor het Koperen-Stelenfonds de zeepfabriek in Diemen bouwde, maakte de ontwikkeling en het stellen van deze nieuwe opgave mee.
Met het doel een sanatorium, voor- en nazorginrichting met arbeidstherapie te bouwen, werd een vereniging "Zonnestraal" opgericht (1925).
Van Zutphen was voorzitter en J. Duiker kreeg de opdracht.
In 1926 wordt begonnen met de bouw van een uitgebreid complex voor 100 patiënten op het terrein van de Pampahoeve.
Klaar in 1928 - van beton, staal en glas - worden de witte gebouwen in gebruik genomen: de ziekenafdeling van 28 patiënten; het hoofdgebouw met in drie evenwijdige vleugels: de medische afdeling in het noorden, terrassen, badgelegenheid en ketelhuis op het zuiden, keuken en apotheek in het midden, waartussen de hoofdweg en waar overheen de grote eetzaal ligt; twee paviljoenen aan weerskanten van het hoofdgebouw op het zuidoosten en zuidwesten gericht met elk twee afdelingen voor 25 patiënten, een een conversatiezaal waaromheen de verbinding loopt.
[bewerk] Architectuur
Duidelijk en direct zijn verhouding en ligging ten opzichte van elkaar: grote eetzaal, kleine conversatiezaaltjes, gangen, muren, paden, terrassen, trappen en balkons.
Een sanatorium voor mensen, die kort en geleidelijk langer op mogen zijn, rond kunnen lopen en rusten om tenslotte weer enkele uren bezig te zijn op het terrein (onder andere in werkplaatsen).
Plan en constructie hebben een maateenheid van 1,50 m:
1 x 1,50 m gang, balkonbreedte,
1/2 x 1,50 m deur, glasmaat puien,
3x3m éénpersoons ziekenkamer.
Het witte, overkragende betonskelet is een herkenbare orde, een eenheid van buiten binnen, dicht en open. Waar muren de kolommen verbinden, zijn opgesloten ruimten: kamers. De overstekken blijven in beweging vrij, worden nergens gedragen, vormen open verbindingen in gangen en balkons. Aan beide zijden gelijk, de puien van glas en staal met de dunne borstweringen; in licht en doorzicht bijna niet-materiële vlakken, gemaakt van eenvoudige I-, L- en Z-profielen, gaas, drijfsteen, stuc; materie heeft ze met het vrij overspannen geopend, ten opzichte van elkaar gesteld.
Zonnestraal is een gebouwde orde in het steeds opnieuw instellend evenwicht van ruimtelijke doordringende verhoudingen.
Duiker heeft in 1928 met deze nieuwe verhoudingen te realiseren in deze nieuwe "hoogwaardige" materialen, ineens de grote stap gedaan naar "het nieuw beleven van ruimte."
[bewerk] Restauratie
Op een internationale conferentie aan de T.U. Eindhoven (sept 1990) rond de restauratie van beschermde monumenten van het Nieuwe Bouwen lichtte architect Wessel de Jonge de bijzondere aanpak ervan toe. Bij de restauratie van Sanatorium Zonnestraal bijvoorbeeld, zullen geen gegalvaniseerde ramen aangewend worden. Het behandelen van de ramen door de patiënten zal een deel van de therapie uitmaken.
[bewerk] Literatuur
- artikel in NRC-Handelsblad 15 juni 2001
- Wim Crouwel, Liever geen nieuw Zonnestraal, in NRC-Handelsblad dd 11 maart 1994.
- Book of Abstracts, First International DOCOMOMO Conference, Technische Universiteit Eindhoven, september 1990.