Sabeltandtijger
Sabeltandtijger Status: Fossiel |
||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Wetenschappelijke indeling | ||||||||||||||
|
||||||||||||||
Soorten | ||||||||||||||
Smilodon fatalis |
De sabeltandtijger Smilodon ("mes-tand") is een nog maar vrij recent uitgestorven grote carnivoor uit de familie van de katten (Felidae). Van het geslacht zijn drie soorten bekend:
- Smilodon fatalis, van 1,6 miljoen tot 10.000 jaar geleden
- Smilodon gracilis, van 2,5 miljoen tot 500.000 jaar geleden
- Smilodon populator, van 1 miljoen tot 10.000 jaar geleden
Smilodon behoorde tot een groep katten die de sabeltandkatten worden genoemd, de Machairodontinae. Ze stamden af van Paramachairodus (13 tot 2 miljoen jaar geleden). Ook dit geslacht wordt meestal onder de sabeltandtijgers gerekend. Ze waren overigens niet nauw verwant aan tijgers en zijn geen voorouders van enige nog levende grote kattensoort.
Inhoud |
[bewerk] Uiterlijk
De sabeltandtijger was iets kleiner dan een leeuw maar wat zwaarder gebouwd. Hij werd ongeveer 1,5 meter lang met een korte staart en krachtige poten. De voorpoten waren wat langer dan die van huidige leeuwen. Hij had een schedel van circa 30 centimeter lengte en woog ca 200 tot 350 kilogram. Het dier had twee grote sikkelvormige 'slagtanden' (tot ca 18 cm lang), sterk vergrote hoektanden in de bovenkaak, die ook bij gesloten bek naar buiten staken. De bek kon tot 90 graden worden geopend, volgens sommige bronnen zelfs tot 120 graden. Omdat de grote tanden vrij bros waren en bij contact met bot makkelijk zouden afbreken, denkt men dat Smilodon ze gebruikte om de weke delen van zijn slachtoffers fataal te verwonden, b.v. met een halsbeet of in de buik. Er zijn veel fossielen met afgebroken tanden gevonden. Het lijkt waarschijnlijk dat ze in groepen jaagden, omdat er skeletten gevonden zijn met genezen verwondingen die zo ernstig waren dat een dergelijk dier niet meer in staat zou zijn geweest zelfstandig te jagen.
[bewerk] Leefgebied
Smilodon leefde in Noord- en Zuid-Amerika. Ze leefden op grasland en niet al te dicht begroeide bossen. De botten van veel exemplaren zijn in de teerputten van La Brea gevonden, zodat er vrij veel over ze bekend is.
[bewerk] Prooi
Prooidieren van de sabeltandtijger waren onder meer mastodonten, mammoeten, olifanten, gazellen, neushoorns, toxodon's en macrauchenia's.