Rogge
Rogge | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Secale cereale | ||||||||||||
Rogge (Secale cereale) is een kruisbevruchtende graansoort. Het behoort net als de overige granen tot de familie van de grassen.
Rogge wordt vooral geteeld om er roggebrood van te maken. Rogge wordt voornamelijk op de zand- en dalgronden verbouwd. Voor de teelt van winterrogge worden vrij bestoven rassen en hybriderassen gebruikt. Zomerrogge wordt bijna niet meer geteeld voor de korrel. Wel wordt zomerrogge soms geteeld als stoppelgewas voor groenbemesting.
Het in Nederland geteelde areaal met winterrogge was tussen 1999 en 2003:
jaar | areaal (ha) |
---|---|
1999: | 2600 |
2000: | 6000 |
2001: | 3600 |
2002: | 3600 |
2003: | 3800 |
[bewerk] Ziekten en plagen
Bij rogge komen de volgende belangrijke schimmelziekten voor:
- Zwarte roest (Puccinia graminis f.sp. secalis)
- Meeldauw (Erysiphe graminis f.sp. secalis)
- Bruine roest (Puccinia recondita f.sp. secalis)
- Bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis)
Minder belangrijk zijn:
- Moederkoren (Claviceps purpurea)
- Voetziekte of sneeuwschimmel (Microdochium nivale, syn. Fusarium nivale
- Reup veroorzaakt door het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci)
[bewerk] Botanisch
Rogge behoort tot de grassenfamilie en is eenjarig (zomerrogge) of tweejarig (winterrogge). Winterrogge heeft voldoende koude nodig om te kunnen bloeien. Winterrogge bloeit in mei. Zomerrogge bloeit wat later.
Op de overgang van de bladschede en bladschijf zitten oortjes.
De korrel is een graanvrucht.
{{{afb_links}}} | Graansoorten | {{{afb_rechts}}} | |
---|---|---|---|
Gerst – Gierst – Haver – Maïs – Rogge – Sorghum – Tarwe – Triticale – Rijst – Spelt – Teff |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Secale cereale op Wikimedia Commons. |