Reigersbek
Reigersbek | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Erodium cicutarium |
De reigersbek (Erodium cicutarium) is een plant voor zanderige grond met roze bloemen. De in de duinen voorkomende soort wordt vaak als aparte ondersoort, Erodium cicutarium dunense, beschouwd. De soort is zeer vormenrijk, er worden dan ook meerdere ondersoorten onderscheiden.
De plant is een in België en Nederland inheemse plant, hij werd reeds door Linnaeus beschreven. Deze deelde hem in bij de hyacinten. Later werd de plant bij het geslacht Scilla gerekend. Uit deze tijd stamt ook de naam non-scripta, die Linnaeus gaf omdat men bij deze plant in tegenstelling tot de hyacinten geen witte tekens in de bloemdekbladeren kon onderscheiden.
De plant wordt 5 tot 60 cm hoog. De bladeren zijn veervormig, lang en 1 à 3 cm breed. De plant bloeit van april tot oktober. De bloemen zijn buis- tot klokvormig, en kunnen wit, roze of blauw zijn. De verschillende vormen en kleuren kunnen op een zelfde standplaats worden aangetroffen. Alleen de uiteinden van de kroonbladen zijn teruggebogen. De bloemen zijn trosvormig gegroepeerd, en hangen naar één zijde.
De vrucht is eivormig en heeft een 22 tot 35 mm lange snavel. De deelvruchten zijn 5 tot 6 mm lang en hebben aan de top een indeuking met aan de onderrand een duidelijke richel. De zaden hebben een zwarte kleur.
[bewerk] Verspreiding
De plant is afkomstig uit Zuidwest-Europa, het huidige verspreidingsgebied beslaat Noord-Frankrijk, Luxemburg, België, Nederland, Noordwest-Duitsland en Groot-Brittannië. In België en Nederland komt de plant algemeen voor. De favoriete standplaats is in loofbossen, en vooral in de binnenduinen, maar ook tussen stoeptegels wil de plant wel groeien.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Erodium cicutarium op Wikimedia Commons. |
[bewerk] Externe link
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen