Rafflesia arnoldii
Rafflesia arnoldii | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Rafflesia arnoldii R.Br. |
Rafflesia arnoldii is een plant uit het geslacht Rafflesia. De plant staat bekend om zijn bloem, die de grootste solitaire bloem op aarde is. Er zijn planten met grotere bloeiwijzen zoals Amorphophallus titanum, maar bij deze plant gaat het om een cluster van bloemen. Rafflesia arnoldii komt alleen voor in de regenwouden op Sumatra en Borneo.
Verschillende soorten uit het geslacht Rafflesia groeien in de jungles van Zuidoost Azië. Veel soorten zijn bedreigd. Rafflesia arnoldii is de grootste soort. Zijn bloem bereikt een diameter van bijna één meter en een gewicht tot 11 kg. Niet alleen heeft hij de grootste bloem op aarde, het is ook één van de meest bizarre en onbegrepen organismen op de wereld.
De plant leeft als een parasiet op lianen van het geslacht Tetrastigma, die alleen in primaire ongestoorde bossen groeit. De meeste parasitaire planten lijken op gewone planten, maar Rafflesia arnoldii heeft geen observeerbare bladeren, wortels of zelfs stengels. Vergelijkbaar met schimmels groeit Rafflesia arnoldii met draadachtige strengen van weefsel volledig omgeven door en in nauw contact met gastheercellen, waarvan water en nutriënten worden betrokken. Misschien wel het enige gedeelte waaraan Rafflesia arnoldii als plant is te herkennen is de bloem, hoewel zelfs deze bizar zijn vanwege de grote omvang, het roodbruine en witgespikkelde kleurenpatroon en de geur van rottend vlees. De bloem wordt bestoven door aasvliegen, die door zijn geur worden aangetrokken.
Rafflesia arnoldii is zeldzaam en is moeilijk te vinden. Vooral bloeiende planten zijn zelden te aanschouwen. De bloemknop doet er maanden over om zich te ontwikkelen, terwijl de bloem maar een paar dagen goed blijft. Hoeveel van deze planten er nog zijn is onduidelijk, want de primaire wouden op Kalimantan en Sumatra verdwijnen in hoog tempo.
Bestuiving is een zeldzame gebeurtenis door verschillende oorzaken. De bloemen zijn eenslachtig en de planten op een bepaalde plek produceren meestal alleen mannelijke of vrouwelijke bloemen. Voor effectieve bestuiving moeten mannelijke bloemen zich dus in de nabije omgeving van vrouwelijke bloemen bevinden. Tevens moeten de bloemen tegelijkertijd open zijn zodat de vliegen voor de bestuiving kunnen zorgen.
Van de bloemknoppen sterft 80 – 90% af, zodat zelfs wanneer mannelijke en vrouwelijke bloemen zich in elkaars omgeving bevinden, de kans op bevruchting afneemt. Tevens blijft de bloem maar 5 – 7 dagen goed. Ook worden de verschillende populaties van elkaar afgescheiden door vernietiging van de habitat. Hierdoor hangt succesvolle voortplanting van de onwaarschijnlijke gebeurtenis af dat een mannelijke en een vrouwelijke bloem tegelijkertijd bloeien en dat de bestuivers het stuifmeel tussen vaak ver van elkaar verwijderde populaties verplaatst.
Hoewel Rafflesia arnoldii technisch gesproken een plant is, wijkt hij veel af omdat hij geen chlorofyl heeft en daardoor niet de mogelijkheid heeft tot fotosynthese (zoals de hele familie Rafflesiaceae).
Rafflesia arnoldii is een van de drie nationale bloemen van Indonesië.